Buitenland

Afghaans vertrouwen moeilijk te winnen

Gastvrij begroette Bouwudin de Afghaanse en Amerikaanse officieren die hem een bezoek brachten. Hij bood hun thee aan en een maaltijd toen de gesprekken langer duurden. Toch verleidden de uitnodigingen van de officieren hem niet om een bezoek te brengen aan de mariniersbasis, enkele honderden meters verderop.

Alfred de Montesquiou (AP)
25 February 2010 09:22Gewijzigd op 14 November 2020 09:57
Mijnen kosten elke maand aan veertig Afghanen het leven. Tijdens speciale bijeenkomsten worden met name kinderen gewezen op de gevaren van dit wapentuig. Foto EPA.
Mijnen kosten elke maand aan veertig Afghanen het leven. Tijdens speciale bijeenkomsten worden met name kinderen gewezen op de gevaren van dit wapentuig. Foto EPA.

„Het spijt me, maar dat kan ik niet doen, het is te vroeg”, zei Bouwudin, een stammenleider. „Ik ga als de veiligheid is teruggekeerd.”Ondanks het inmiddels al bijna twee weken durende offensief van de coalitietroepen op het talibanbolwerk Marjah, nemen de meeste stammenleiders in het stadje dezelfde houding aan als Bouwudin. De missie mag dan militair voortvarend verlopen, het vertrouwen van de mensen is niet een-twee-drie gewonnen. Velen zijn er niet van overtuigd dat de Amerikaanse en Afghaanse militairen lang genoeg blijven om ervoor te zorgen dat de taliban nooit meer terugkeren.

„Als jullie weer vertrekken, krijg ik te veel problemen met de taliban”, zei Bouwudin met een beleefde lach. Het was niet zozeer de veiligheid die hem ervan weerhield de basis te bezoeken. Hij wilde gewoon niet gezien worden met NAVO-militairen.

De mariniers bekommerden zich er niet om. Ze wisten dat Bouwudin in het verleden met de NAVO heeft samengewerkt. Het kwam hem te staan op een pak slaag en de gevangenis toen de taliban na het vertrek van de Britse troepen in 2007 terugkeerden. Zijn familie moest een losgeld betalen voor zijn vrijlating.

Het winnen van het vertrouwen van mensen als Bouwudin is cruciaal voor het succes van de NAVO-missie in het zuiden van Afghanistan. Het belangrijkste is hen ervan te overtuigen dat ze deze keer zullen blijven en voor een beter overheidsapparaat zullen zorgen dan dat van de strengislamistische taliban. Die bestuurden het stadje in ieder geval zonder corruptie, zeggen bewoners, en stonden de lucratieve opiumteelt toe.

Luitenant-kolonel Brian Christmas stelde Bouwudin veranderingen ten goede in het vooruitzicht: scholen, klinieken, wegen en de permanente aanwezigheid van professionele politieagenten. Bouwudin huiverde bij het idee. „Toen politieagenten hier waren, stalen ze de hele tijd”, zei hij. „De mensen waren blij toen de taliban weer terug kwamen.”

Alle pogingen een modern bestuur in de provincie Helmand in te voeren, slagen alleen met behulp van de machtsbasis van leiders als Bouwudin.

Bouwudin bezit meer dan 1200 hectare grond. Hij behoort tot een aristocratische clan van de etnische Pathanen – dezelfde etnische groep waartoe ook het leiderschap van de taliban behoort. Veel van zijn pachters zijn arme nomaden van de Kochistam, die in het gebied gewassen telen – tegenwoordig vrijwel alleen papaver. Bouwudin fungeert als burgemeester en als hoofd van justitie. Hij is de enige autoriteit op wie honderden gezinnen in de wijde omgeving kunnen terugvallen.

Hoewel hij nu zei blij te zijn als de taliban voorgoed verdwenen zijn, weten inlichtingendiensten dat hij ook met de islamisten samenwerkte, al was het alleen maar vanwege de hectares met klaprozen, waarvan heroïne wordt geproduceerd. Zelf zweeg hij hierover, maar volgens inlichtingenofficieren ging zo’n 10 procent van de waarde van de oogst als belastingen naar de opstandelingen.

De coalitie heeft geleerd van fouten uit het verleden en zal de papavervelden niet opnieuw vernietigen, uit vrees dat daarmee alleen maar steun voor de taliban wordt gekweekt. De bezoekende officieren waren al helemaal niet bezig met gewassen. Ze waren hier om het stadje veilig te stellen en wisten dat Bouwudin hen hierbij kon helpen. Diverse malen vroegen ze hoe gewapende opstandelingen door dit gebied konden komen om op de coalitietroepen te schieten.

„Ik ken deze strijders niet, ik spreek niet met ze”, zei Bouwudin, terwijl hij zijn gasten voorliet naar binnen om ze voor rondvliegende kogels te behoeden. De erecode van de Pathanen vereist dat hij zijn gasten in zijn huis beschermde.

Anderen waren minder gelukkig. Bouwudins gasten waren nauwelijks klaar met eten toen over de radio het woord ”angel” werd geroepen, het codewoord voor iemand die gesneuveld is. Een marinier was zojuist door talibankogels aan zijn einde gekomen in een veld van Bouwudin.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer