Israël blijft gevoelig onderwerp in PKN
Een brief van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) aan de regering van Israël waarin wordt opgeroepen de rechten van de Palestijnen te eerbiedigen, heeft tot veel ophef geleid. De vleugels in de PKN lijken uit elkaar te groeien als het gaat om de in de kerkorde beleden „onopgeefbare verbondenheid” met het volk Israël.
Het begon allemaal in december 2009, toen een aantal christelijke Palestijnse theologen het document ”Uur van de waarheid: een woord van geloof, hoop en liefde uit het hart van het Palestijnse lijden” publiceerden. In dat document werden christenen wereldwijd opgeroepen door middel van een economische boycot Israël te bewegen tot een soepeler opstelling richting de Palestijnen.De kritiek op het zogenaamde Kairosdocument was in Nederland, zeker in Joodse kringen, ongemeen fel. Rabbijn Evers noemde het document zelfs een „oorlogsverklaring” aan Israël.
Ook orthodoxe protestanten hadden geen goed woord over voor het in hun ogen zeer eenzijdige document. Een open brief van een twaalftal prominenten uit de orthodoxe vleugel van de Protestantse Kerk op initiatief van onder anderen ir. J. van der Graaf bestempelde het document als de oude vervangingstheologie in een nieuw jasje. De gerechtigheid waarover het Kairosdocument schrijft richt zich maar op één onrecht, aldus de open brief, namelijk de zonde van de bezetting van het land door Israël en dientengevolge het lijden van het Palestijnse volk.
Toen vorig jaar, net voor Kerst, het Kairosdocument werd aangeboden aan diverse kerkleiders in Nederland, bleek er bij de kerken weinig animo te bestaan om mee te gaan in de voorgestelde boycot van Israël. Dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, zei direct al dat zijn kerk niet zal oproepen tot een consumentenboycot van Israël. „Wel zal ik de suggestie doen om in het kader van het Platform Verantwoord Ondernemen kritische vragen te stellen bij de vestiging of investeringen van bedrijven in Israëlische nederzettingen in bezette gebieden”, zegde hij toe.
Hij voegde er direct aan toe dat de PKN zich „onopgeefbaar” verbonden weet met het volk Israël, maar dat die liefde niet kan toedekken dat „de bezetting van Palestijnse gebieden volgens internationaal recht illegaal is.”
In reactie op het Kairosdocument stuurde het moderamen van de PKN op 18 februari een brief aan de Israëlische regering waarin Israël opgeroepen wordt concrete maatregelen te nemen waardoor de rechten van Palestijnen „beter gerespecteerd” worden. De kerk vraagt Israël ook gevolg te geven aan uitspraken van het Internationaal Gerechtshof over de veiligheidsmuur en het internationaal recht toe te passen op Israëlische nederzettingen op de Westoever.
Storm van protest
Het is deze brief, die overhandigd werd aan de Israëlische ambassadeur Harry Kney-Tal, die verkeerd valt in Israël, bij het Centraal Joods Overleg (CJO), bij Christenen voor Israël (CvI) en niet in de laatste plaats in de orthodoxe vleugel van de Protestantse Kerk.
In een opinieartikel in het Nederlands Dagblad verweert dr. Plaisier zich vandaag tegen de kritiek en schrijft hij dat critici van de brief voorbijgaan aan de zeer expliciete vermelding „op grond waarvan we een aantal kritische punten hebben genoemd.” Hij doelt dan op het feit dat ook in de brief de kerk haar onopgeefbare verbondenheid uitspreekt met het volk Israël, zoals dat ook in de kerkorde van de PKN staat vermeld.
Feit blijft dat ieder spreken van de Protestantse Kerk over Israël onmiddellijk een storm van protest doet opsteken binnen en buiten de kerk, omdat de kloof tussen de opvattingen van de vleugels in de kerk juist met betrekking tot dit onderwerp onoverbrugbaar blijken te zijn. De conclusie kan niet anders zijn dan dat die kloof eerder dieper wordt dan kleiner.