Gemengde gevoelens in Uruzgan
De Nederlandse militairen in Uruzgan zijn voor een deel teleurgesteld omdat ze het werk in de Afghaanse provincie niet kunnen afmaken. Ook de gouverneur in Uruzgan zou graag zien dat de Nederlanders blijven. Het is onduidelijk of en door wie de Nederlanders worden opgevolgd.
Voor de Nederlandse militairen in Uruzgan kwam de val van het kabinet niet onverwacht. „In Afghanistan worden de verwikkelingen in Nederland goed gevolgd, dus ook de militairen zagen de val aankomen”, aldus Wim van den Burg, voorzitter van de militaire vakbond AFMP. Hij wijst erop dat een deel van de militairen het werk liever had afgemaakt.Van den Burg noemt het „zeer teleurstellend” dat het kabinet het belang van de Nederlandse militairen niet voorop heeft gesteld in de discussie rond de missie in Uruzgan.
Nederland heeft zich internationaal volstrekt belachelijk gemaakt, vindt voorzitter Jan Kleian van de militaire vakbond ACOM. „We willen internationaal gezien zo graag meetellen, maar als het erop aankomt zoals nu, vertonen we kleuterschoolgedrag. Bijna ieder land in Europa draagt meer bij aan de missie in Afghanistan dan wij.”
Ook de gouverneur van Uruzgan, Asadullah Hamdan, wil dat de Nederlandse militairen blijven. Hij zei dat zondag. Hamdam noemt de terugtrekking van Nederland uit zijn provincie een tegenslag. Het maakt Uruzgan volgens hem extra kwetsbaar voor infiltratie door de taliban. „We hebben de Nederlandse troepen nodig in Uruzgan”, aldus Hamdam. „De Nederlanders zijn erg actief wat betreft de wederopbouw en het versterken van de Afghaanse politie en het leger. Als ze het land verlaten, zullen we meer moeilijkheden krijgen. Onze troepen kunnen nog niet op eigen benen staan.”
NAVO-topman Anders Fogh Rasmussen vindt nog steeds dat de beste oplossing is dat Nederland deelneemt aan een kleinere missie, inclusief een provinciaal reconstructieteam in Uruzgan. De NAVO blijft dan ook bij het verzoek aan Nederland om met een kleinere troepenmacht een jaar langer in Uruzgan te blijven.
Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken heeft zondag telefonisch overleg gevoerd met landen die net als Nederland militair aanwezig zijn in het zuiden van Afghanistan. Verhagen sprak onder meer met zijn Australische, Duitse, Deense, Slowaakse en zijn Afghaanse collega’s.
„Onze bondgenoten vragen zich af waarom Nederland als enige NAVO-lid op zo’n belangrijk moment vertrekt uit Afghanistan”, aldus de bewindsman.
Van de NAVO-stabilisatiemacht in Afghanistan (ISAF) maken 44 landen deel uit. In Uruzgan is naast Nederland vooral Australië met 1300 militairen sterk vertegenwoordigd. Australië zal de leidende rol van Nederland in Uruzgan in ieder geval niet overnemen, zo zei de Australische minister van Buitenlandse Zaken afgelopen weekend al.