Commentaar: Einde Balkenende IV zorgelijk
Echt een verrassing was het niet dat het kabinet Balkenende IV vannacht viel. De laatste weken wezen veel voortekenen erop dat deze ministersploeg de eindstreep niet zou halen. De bewindslieden strompelden van conflict naar conflict, van misverstand naar misverstand. Het wachten was alleen op het moment waarop het doek zou vallen.
De afgelopen week maakte in snel tempo duidelijk dat een breuk niet lang meer op zich zou laten wachten. Tijdens het debat over het rapport-Davids konden de coalitiepartners de rijen nog gesloten houden. Iedereen wist dat er lang gezocht was naar een bezweringsformule waarmee alle drie de partijen nog net konden leven.Binnen 24 uur zaten de premier en de vice-premiers weer in de Kamer om te spreken over de uitspraken van minister Bos dat Nederland voor het eind van het jaar uit Uruzgan moest zijn vertrokken. Het beschamende in dat debat was dat het inhoudelijk niet veel voorstelde. Het ging immers over niets anders dan dat „stoute Wouter” voor zijn beurt had gepraat. Staatsrechtelijk kan dat niet, want met zijn uitspraken liep hij vooruit op de officiële besluitvorming in de Trêveszaal en daardoor kwam de eenheid van het kabinet in gevaar.
Toch was het in principe mogelijk geweest dat Bos en zijn partij er met het „standje” dat Van der Vlies hem voorspelde vanaf was gekomen, als de wil er maar bij alle partijen was geweest om met elkaar verder te gaan.
Daar ontbrak het nu juist aan. De achterliggende weken werd steeds duidelijker dat vooral de PvdA er gewoon geen zin meer in had. Daarbij zag de partij dat ze steeds verder terugzakte in de peilingen. Dat werd door verschillende commentatoren verklaard door het gebrek aan profiel. De partij zou met handen en voeten zijn gebonden aan twee christelijke partijen waardoor het eigen sociaal-democratisch karakter van de PvdA onvoldoende uit de verf kwam.
Het is echter maar de vraag of de breuk die nu is ontstaan de PvdA voordeel zal opleveren. Er is een oude regel dat de breker de rekening betaalt. Hoezeer Bos ook heeft geprobeerd minister Verhagen van Buitenlandse Zaken de zwarte Piet toe te spelen, duidelijk is wel dat hij met zijn premature opmerkingen de zaken op scherp heeft gezet.
Ons land verkeerde al in grote onzekerheid door de ernstige sociaal-economische problemen, maar de komende tijd zal die onzekerheid alleen maar toenemen. Verkiezingen en een (mogelijk) lange formatieperiode zijn in deze moeilijke tijd een ernstige complicatie voor de aanpak van de grote problemen. Dat alles heeft de coalitiepartijen, in het bijzonder de PvdA, er niet van weerhouden het partijbelang boven het landsbelang te stellen. Dat is schadelijk voor onze samenleving.
Met de val van Balkenende IV komt er een eind aan drie jaar regeren van een coalitie waarin de confessionele partijen de meerderheid hadden. Er valt te twisten over de vraag of er veel christelijke idealen zijn gerealiseerd. Duidelijk is wel dat een nieuwe coalitie met twee christelijke partijen erin niet waarschijnlijk is. Wat als niet-christelijke partijen straks het heft in handen nemen? Dat is een extra punt van zorg.