„Biobrandstof niet altijd beter”
Biobrandstof die nu aan de pomp te koop is, is niet per definitie beter voor het milieu dan gewone benzine of diesel. Het gebruik van biobrandstoffen kan weliswaar leiden tot een lagere uitstoot van broeikasgassen, maar ook tot een uitstoot die twee keer zo hoog is.
Dat schreef het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) donderdag in een rapport over de indirecte effecten van de productie van bio-energie. Het PBL is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyse op het gebied van milieu, natuur en ruimte.Volgens het PBL is het op dit moment nog heel moeilijk om vast te stellen waar en hoe de uitstoot van broeikasgassen optreedt en of dat minder of juist meer is. Een eerste analyse van meetgegevens uit heel Europa laat zien dat de broeikasgasemissie op basis van de biobrandstof die nu te koop is uiteen kan lopen van 35 procent minder tot een verdubbeling.
Het PBL onderschrijft bezwaren die al door veel wetenschappers wereldwijd zijn geuit, dat voor de productie van biobrandstof akkerland moet worden opgeofferd. Dat kan ten koste gaan van natuur, milieu en biodiversiteit. Oxfam Novib waarschuwt al jaren dat die keuze ook kan leiden tot meer armoede en honger in de wereld, aangezien de prijzen voor voedingsproducten stijgen als er schaarste is. In Mexico stak in 2007 een storm van protest op toen de tortilla’s 400 procent duurder werden omdat de VS alle mais opkochten voor de productie van biobrandstof.
Het PBL schetst bovendien, dat veel planten voor biobrandstof een bijproduct opleveren dat geschikt is als veevoer, tarwe bijvoorbeeld. Goedkoper veevoer leidt tot meer vleesproductie. Meer vleeskoeien stoten meer methaan uit en verhogen dus de uitstoot van broeikasgas. Maar het verbouwen van andere planten voor biobrandstof kan de uitstoot juist doen dalen, aldus het PBL.