U zult mij vragen: Waarom wacht en klopt Christus op de deur van het hart van een zondaar om binnengelaten te worden? Christus is God en omdat Hij God is, is Hij ook barmhartig en onwillig om zondaren te verderven. God is ook lankmoedig en zo is Christus ook. Het is Zijn grootheid en barmhartigheid om zondaren in genade aan te nemen.Christus weet wat een ziel voor waarde heeft, hoewel de zondaar het niet weet. Hij kost Christus Zijn bloed en daarom wil Christus wachten en kloppen om een ziel te winnen. Hij roept hen toe: „Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven.” Hij weet de droevige uitslag die een ziel zal treffen wanneer die niet zal opendoen. Zo een zal nooit God zien en de toorn van God blijft op zo’n ziel. Hij zal in zijn ongeloof sterven, want ongeloof is de allergrootste zonde. Zo’n zondaar is verdoemd, zowel voor de genadestoel als voor de rechterstoel.

Ofschoon wij misschien denken dat wij het zonder Christus wel kunnen, gelijk die van Laodicea, die zich rekenden rijk en verrijkt te zijn en aan geen ding gebrek te hebben, zo wist Hij dat ze blind, arm en ellendig waren. Wij zullen zonder Hem verloren gaan. Christus weet de kennis die tot onze vrede dient. Hij weet wat maaksel wij zijn. Hij kent onze staat en onze gesteldheid. Hij weet dat wij niet willen, maar dat wij ook niet kunnen, omdat wij niet willen.

Obadias Sedgwich, predikant te Londen (De rijkdom der genade, 1676)