Opinie

Kok wachtte te lang

Drs. A. A. C. de Rooij
20 December 2001 10:43Gewijzigd op 13 November 2020 23:19

Officieel was hij geen kandidaat, maar op het laatste moment stelde hij zich in bedekte bewoordingen toch beschikbaar. Hoe dan ook, het resultaat van de top van Laken is dat premier Kok geen voorzitter wordt van de conventie die hervormingen in de EU gaat voorbereiden. Nederland heeft bepaald geen gelukkige hand in benoemingen van mensen op belangrijke internationale posten.In het verleden liep het al diverse keren mis. Lubbers leek in 1994 af te stevenen op de functie van voorzitter van de Europese Commissie. Helaas, bondskanselier Kohl gooide roet in het eten. In diens ogen had onze scheidende minister-president het verbruid door te weinig enthousiasme te tonen voor de Duitse hereniging. De tweestrijd met de Belg Dehaene leverde alleen verliezers op, waarna de regeringsleiders een compromis bereikten in de persoon van de Luxemburger Santer.

Lubbers, en met hem de Nederlandse diplomatie, die in zo’n situatie via intensieve contacten en een zorgvuldige lobby de weg moet plaveien, probeerden het later nog eens, bij de vacature van secretaris-generaal van de NAVO. Ditmaal waren het de Amerikanen die een spaak in het wiel staken.

Eind jaren tachtig lukte het evenmin om minister van Financiën Ruding te promoveren tot hoogste baas van het IMF. Hij leed een nederlaag tegen de Fransman Camdessus. Braks, thans voorzitter van de Eerste Kamer, deed tevergeefs een poging om aan te treden als topman van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO).

Gelukkig hebben we Duisenberg nog. Die slaagde wél, zij het na hevig verzet van Frankrijk, waarbij we moeten bedenken dat bij zulke prestigieuze kwesties in de praktijk uiteindelijk de grote landen de dienst uitmaken. De verkiezing tot president van de Europese Centrale Bank (ECB) kwam dan ook pas rond nadat hij toegezegd had niet de volle termijn van acht jaar te zullen uitzitten, een afspraak waarvoor overigens geldt dat niemand de naleving ervan kan afdwingen. Duisenberg zelf bepaalt wanneer hij de fakkel overdraagt aan zijn opvolger.

En dan Kok. WiIde hij eigenlijk toch wel graag de regie voeren over de conventie of had hij echt geen zin deze moeilijke klus -consensus bewerkstelligen over een reeks van gevoelige onderwerpen- voor zijn rekening te nemen? Uit het feit dat hij op de valreep het signaal de wereld inzond een eventueel verzoek aan zijn adres niet te zullen afwijzen, zou je het eerste mogen afleiden.

Tegelijk dringt zich dan een andere conclusie op: je kunt een kandidaat te vroeg lanceren, waardoor betrokkene voluit in de schijnwerpers komt te staan, met het risico dat hij gedurende de campagne afbrandt, maar je kunt ook te lang wachten. Bondskanselier Schröder zei het zaterdag publiekelijk en onomwonden: „Kok was te laat.” Kortom, het blijkt telkens weer moeilijk de juiste strategie te vinden.

In de voorbije maanden had de premier telkens verklaard niet in de race te zijn. Tot waarschijnlijk ver in de zomer van 2002 heb ik immers verplichtingen in Den Haag, luidde zijn argument. Eenmaal in Laken, voor de tweedaagse top met zijn collega’s uit de rest van de Unie, draaide hij bij. „Liever niet”, heette het vrijdagmorgen opeens, waarmee hij aangaf een eventuele benoeming toch niet uit te sluiten. Bovendien spraken donderdagavond de Europese sociaal-democraten, die veel vertegenwoordigers hebben onder de regeringsaanvoerders, op een vergadering in Brussel af te zullen ijveren voor een partijgenoot.

Er leek een blok te ontstaan tegen de voordracht van Giscard d’ Estaing. De kansen van de vroegere president van Frankrijk keerden, zo dacht iedereen. Kok was in alle voorspellingen opeens de favoriet. Zaterdagmorgen liet Schröder echter weten dat hij in het finale stadium zijn steun aan Giscard niet meer wilde intrekken. Hij kreeg in een eerdere fase bij Kok, toen hij die polste over zijn beschikbaarheid, nul op het rekest en zegde Chirac daarna toe zich te zullen inzetten voor diens landgenoot. Die belofte wenste hij niet te verbreken. Ook Blair voelde er niet voor de Fransman te blokkeren. Enkele kleine lidstaten probeerden dat even nog wel, maar zij beseften dat het geen zin had tegen de overmacht van de grote partners op te boksen.

Kok heeft het in ieder geval zo handig gespeeld dat hij achteraf moeilijk als een verliezer valt aan te merken en dat hij geen gezichtsverlies lijdt. Hij wierp zich niet op als kandidaat en vermeed daardoor de slag met de concurrenten. Wellicht hoopte hij, met de wetenschap dat hij veel krediet geniet onder zijn ambtgenoten binnen de EU, dat de deelnemers aan de top unaniem een beroep op hem zouden doen. En wat is er mooier dan, zonder er moeite voor te behoeven doen, uitgenodigd te worden om een voorname functie te gaan bekleden? Dat overkwam Lubbers toen VN-chef Annan hem persoonlijk benaderde voor de hoogste post bij de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR.

In 1999 gold Kok als kanshebber voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. De aanwijzing van iemand voor die baan prijkte wat overhaast op de agenda als gevolg van het vroegtijdig vertrek van Santer. De premier paste toen dezelfde tactiek toe. Hij beweerde geen kandidaat te zijn, omdat hij niet weg kon uit Nederland. Maar of hij dat standpunt had volgehouden als hij officieel zou zijn gevraagd, valt te betwijfelen.

Kok zal vast en zeker nog eens goed nadenken alvorens hij ooit besluit zijn volle gewicht in de schaal te gooien in een poging Prodi bij genoemde instelling op te volgen. Ook in verband met die toekomstige vacature, die in 2004 aan de orde komt, klinkt zijn naam regelmatig. Maar rond benoemingen weet je nooit hoe het loopt. Vrienden laten je dan soms uit eigenbelang zomaar in de steek. Meestal blijft het tot op het laatste moment ongewis. Niets is in dat soort processen vanzelfsprekend.


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer