De bisschop, die ook secretaris-generaal van de Indonesische bisschoppenconferentie is, behoorde deze week tot de religieuze leiders die spraken met parlementsleden in Jakarta. Het onderwerp van gesprek was de moeilijke situatie van religieuze minderheden in het land.Pujasumarta wees op de aanvallen die radicale moslims de laatste jaren op kerken hebben uitgevoerd. Zo waren er onlangs incidenten in Belasi en Purwakarta in het westen van het eiland Java en in het noorden van het eiland Sumatra. Radicale moslims en de plaatselijke autoriteiten dwongen christenen daar hun kerk te sluiten, omdat die zonder vergunning zou zijn gebouwd.

In 2006 vaardigde de regering in Jakarta twee decreten uit, waarin de gemeentebesturen werd opgedragen de goede verstandhouding tussen de godsdiensten te garanderen. Volgens Pujasumarta zijn vele plaatselijke autoriteiten echter „een gemakkelijk doelwit voor extremistische groepen. Zij schikken zich snel naar hun eisen”. Vooral in rooms-katholieke kring werden de decreten van 2006 toegejuicht, maar de bisschop constateert nu dat zij niet het gewenste effect hebben gehad.

Van de ongeveer 235 miljoen Indonesiërs is circa 86 procent moslim. Nog geen tiende van de bevolking is christen.