Kerk & religie

Prof. Dekker: Kerk moet terug naar kerntaken

De rol van de kerk in de samenleving lijkt te zijn uitgespeeld. Toch zijn kerken constant bezig om te laten zien hoe maatschappelijk relevant ze wel niet zijn. „Kerken moeten zich bezighouden met hun kernactiviteit, de geloofsverkondiging, en maatschappelijke taken los daarvan maken”, vindt prof. dr. Gerard Dekker.

Klaas van der Zwaag
10 February 2010 08:54Gewijzigd op 14 November 2020 09:50
BAARN – Prof. G. Dekker: „De kerk wordt nu vaak beheerst door de strijd om te overleven en is te zeer gericht op zelfbehoud.” Foto RD, Sjaak Verboom
BAARN – Prof. G. Dekker: „De kerk wordt nu vaak beheerst door de strijd om te overleven en is te zeer gericht op zelfbehoud.” Foto RD, Sjaak Verboom

Prof. Dekker (78) waarschuwt in zijn nieuwste boek ”Heeft de kerk zichzelf overleefd? Beschouwingen over de rol van de kerk in de moderne samenleving” (uitg. Meinema, Zoetermeer) voor een al te groot zelfbeeld van de kerk in de moderne maatschappij. Hij heeft als godsdienstsocioloog al decennia geroepen dat de ontwikkelingen in de samenleving niet voorbijgaan aan de kerken. Ook zijn huidige boek bevat veel analyse van de kerk in de samenleving. De kerk heeft een groot functieverlies geleden en heeft haar monopoliepositie verloren, zo stelt hij vast.Daarom is het des te schrijnender dat de kerk steeds probeert haar relevantie te bewijzen, vindt Dekker. Hij noemt het voorbeeld van oud-PKN-synodevoorzitter ds. G. de Fijter, die het project ”Churchweels” wilde opzetten als pendant van ”Greenwheels”, een organisatie die 24 uur per dag auto’s verhuurt. Want, zo redeneerde hij, daarvoor kan de overheid de kerk gemakkelijk subsidie geven. Dekker: „Daar gaat het dus om. Maar als Greenwheels zo succesvol is, waarom gaat de kerk dan iets doen dat een seculiere organisatie net zo goed, zo niet beter, kan?”

Een ander voorbeeld is het met het oog op Kerkbalans verschenen rapport. „De kerk heeft opdracht gegeven om te berekenen welke maatschappelijke betekenis zij heeft, onder meer door de taken en de uren van ambtsdragers en vrijwilligers te becijferen. Maar wat zegt dit over de eigenlijke betekenis van de kerk?”

Scheiden

Prof. Dekker komt met een voorstel om kerk als geloofsgemeenschap en kerk als maatschappelijk instituut organisatorisch van elkaar te scheiden. „Het huidige kerkelijk instituut is niet of nauwelijks meer in staat invloed op de samenleving uit te oefenen.”

Dekker waarschuwt tegen verkerkelijking van het leven en verwereldlijking van de kerk. De kerk moet zich bezig houden met de kernactiviteit, door hem omschreven als ”omgang met God en Zijn Woord”, en verzelfstandig maatschappelijke (neven)activiteiten, is het advies van Dekker. „Dat is eerlijker en voorkomt de gedachte dat de kerk graag haar invloed wil uitbreiden. De kerk is gereduceerd tot een betrekkelijk klein aantal gelovigen. Dat is jammer, maar je moet niet proberen om de invloed op de samenleving groter te laten worden. Dat riekt naar uitbreiding van macht.”

Dekker beschouwt dit ook als een verloren strijd. In zijn boek beschrijft hij hoe verschillende activiteiten, zoals geestelijke gezondheidszorg, armoedezorg en zelfs de moraal, los van de kerk zijn geraakt. „Dat is een feitelijke ontwikkeling, die de kerk niet meer kan terugdraaien. Uit de samenleving blijkt echter dat er behoefte is aan maatschappelijke activiteiten die vanuit de kerk gedaan worden, zoals na de ramp op Koninginnedag vorig jaar en de Volendambrand enkele jaren geleden. Maar deze hulp hoeft niet een strikt kerkelijke activiteit te zijn.”

Prof. Dekker verwerpt een kerk die maatschappelijk aan de weg wil timmeren en daarom haar product aan de man wil brengen. „Ik ben erg bang voor verkerkelijking van het leven. Ik lees soms van wensen van de kerk richting de overheid over allerlei maatschappelijke onderwerpen, maar waar het eigene van de kerk niet aan bod komt. De kerk heeft voor het laatst gesproken over de kernwapens. Bij de kwestie van de embryoselectie liet zij de ChristenUnie de kastanjes uit het vuur halen. Kerkleden zijn net zo pluraal geworden als de samenleving. Daarom kan de kerk al lang niet meer met één mond spreken.”

Als voorbeeld van hoe de beide activiteiten –geloofs- en maatschappelijke activiteit– van elkaar onderscheiden kunnen worden, noemt hij het Leger des Heils, waar in 1988 een formele herstructurering plaatsvond. Er kwam een kerkelijke tak en een hulpverleningstak. Hiermee is volgens Dekker „een vorm geschapen waarbinnen enerzijds het kerkgenootschap in zo zuiver mogelijke vorm als geloofsgemeenschap kan blijven functioneren en anderzijds de door het Leger noodzakelijk geachte maatschappelijke activiteiten op verantwoorde wijze en in samenwerking met anderen kunnen worden verricht.”

In deze tijd is er volgens Dekker behoefte om kerk en samenleving meer ten opzichte van elkaar af te bakenen. „Dat biedt de kans voor de kerk om zich te concentreren op haar identiteit. De kerk mag zeker maatschappelijke activiteiten ondernemen, maar laat ze dat doen met niet-kerkelijken. Het gaat God niet om de kerk, maar om de wereld. De kerk is niet meer dan een noodverband.

De kerk wordt nu vaak beheerst door de strijd om te overleven en is te zeer gericht op zelfbehoud. Moltmann zei al eens dat de moderne kerk alleen zegt wat de samenleving wil horen. Dan moet er toch een lampje gaan branden. De kerk moet de vrijheid behouden om ook dingen te zeggen die niet welgevallig zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer