Zalm
Was het een spontane opwelling van pessimisme die VVD-fractievoorzitter Zalm er dinsdagavond toe bracht om zijn positie ter beschikking te stellen, of wilde hij daarmee bij voorbaat de critici de pas afsnijden? In ieder geval blijft hij voorlopig fractievoorzitter. Maar van het succesnummer dat Zalm als minister van Financiën in de paarse coalitie was, is weinig meer over.
Bewijst dit dat een vakbekwaam minister nog niet succesvol hoeft te zijn als allround politicus? Of heeft hij als partijleider gewoon het tij tegen, terwijl hij als minister van Financiën jarenlang de wind mee had?
Als minister van Financiën kon hij voor het eerst sinds vele jaren een begrotingsoverschot inboeken. Maar naast de straffe begrotingsdiscipline, verwoord in de Zalmnorm, was de gunstige economische conjunctuur hierop duidelijk van invloed. De VVD groeide in de opiniepeilingen uit tot de grootste partij. Wellicht zou zij in de volgende regeringsperiode de premier kunnen leveren. De eerste liberale premier sinds 1918!
Inmiddels is het tij gekeerd. Niet alleen op economisch gebied, maar ook politiek. Fortuyn slaagde er tamelijk onverwacht in de onvrede onder brede lagen van de bevolking gestalte te geven. Onvrede die ook aanwezig was bij een deel van de liberale achterban.
Vandaar dat de LPF vorig jaar veel kiezers bij de VVD weghaalde. Het leek alsof zich een forse ruk naar rechts had voorgedaan. Daar moest de VVD van kunnen profiteren. Als enige paarse partij wist de VVD aan de regering te blijven. En dat met een program waarin zij zich goed kon vinden.
Toen bleek dat er met de LPF niet normaal was samen te werken en het kabinet ten val kwam, zag het er eerst naar uit dat het regeringsbeleid voortgezet zou kunnen worden in een coalitie van CDA en VVD. Die kreeg begin dit jaar echter te weinig steun van de kiezers, en de hoop van Zalm dat een coalitie van CDA en PvdA in de Eerste Kamer geen meerderheid zou halen, werd deze week gelogenstraft.
Dat de VVD flink wat statenzetels in moest leveren, was te verwachten. Anders dan de PvdA heeft de VVD zich niet hersteld van de dreun die Fortuyn haar toebracht. In januari won de VVD vier kamerzetels, nu zou de partij er nog eentje hebben bij gekregen als je de uitslag van de statenverkiezingen omrekent in kamerzetels. Veel is dat niet, zeker als je bedenkt dat een lage opkomst, zoals bij de staten, voor de VVD altijd gunstig is.
Maar is dat voor een politiek leider een reden om op te stappen? Na de dramatische nederlaag van mei 2002 pakte Dijkstal zijn biezen. Moet het feit dat de VVD zich binnen een jaar nog niet hersteld heeft, zijn opvolger noodzaken om zijn portefeuille ter beschikking te stellen?
Topmensen slijten tegenwoordig sneller dan vroeger. Niet zonder reden worden zij afgerekend op hun resultaten. En na verloop van tijd zijn er altijd wel zaken waarin iemand ongelukkig manoeuvreert en daardoor beschadigd raakt. We zien dat nu met premier Balkenende in de zaak-Margarita.
Maar het is zwaar overdreven om het als partijleider voor gezien te houden, wanneer je binnen een jaar slechts een paar zetels winst geboekt hebt. Met een al te snelle wisseling van de wacht is de politiek ook niet gediend.