De drie verenigingen –BOSK Vereniging van motorisch gehandicapten en hun ouders, de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) en de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK)– maakten dat maandag bekend.De ervaringen worden gepeild via een onlinevragenlijst en telefonische spreekuren. De meldactie loopt tot en met 31 maart 2010.

Door een meldpunt te openen, willen de drie organisaties nagaan hoe de voorlichting rond de twintigwekenecho eruitziet, met name wanneer een vrouw zwanger is van een kindje met een mogelijke beperking. Ook willen ze achterhalen of de voorlichting doorwerkt in de keuzes die zwangere vrouwen maken rond het wel of niet voortzetten van de zwangerschap.

Zowel de BOSK als de NPV en de VBOK zeggen de indruk te hebben dat de voorlichting verbeterd kan worden. Elke vrouw kan de peiling anoniem invullen via de websites van de drie verenigingen: bosk.nl, npvzorg.nl en vbok.nl.

De twintigwekenecho is bedoeld om ernstige afwijkingen van baby’s tijdig in beeld te krijgen en op die manier de babysterfte in Nederland terug te dringen. In 2007, het jaar waarin voor het eerst iedere zwangere vrouw de echo kreeg aangeboden, steeg het aantal late abortussen in ziekenhuizen echter naar 227; fors meer dan de 140 late zwangerschapsafbrekingen in 2005, zo bleek uit cijfers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Onderzoeksbureau TNO constateerde onlangs een stijging van het aantal ‘doodgeboren’ kinderen met een open ruggetje; 47 in 2007 ten opzichte van 22 in 2006. Van de zeventig baby’s met een waterhoofd werd in 2007 ruim een derde doodgeboren, met een piek in de 21e tot de 23e zwangerschapsweek. Deskundigen schreven de stijging van doodgeborenen vooral toe aan abortussen na de twintigwekenecho.

Tweede Kamerlid Wiegman (ChristenUnie) pleitte eind vorig jaar voor een betere voorlichting aan ouders die een kind met een handicap verwachten.