Professionele dialoogcentra als wens
„Als ik dan tot slot nog even een stokpaardje mag berijden”, zegt ze aan het einde van het gesprek, „dan is het dit. Ik zou er een groot voorstander van zijn dat er overal in het land professionele dialoogcentra werden opgezet – misschien zelfs gesubsidieerd door de overheid.”
Nee, een aanvraag voor zo’n centrum bij het gemeentebestuur van Amsterdam heeft ze nog niet gedaan, zegt Rachel Reedijk, secretaris van de dialoogcommissie van de liberaal-Joodse gemeente in de hoofdstad. „Maar als we er nu met z’n allen van overtuigd zijn dat dialoog belangrijk is –en iemand als burgemeester Cohen ís dat– waarom wordt die dan overgelaten aan een handjevol vrijwilligers? Het lijkt mij dat hier een taak ligt voor lokale overheden, of het ministerie van Binnenlandse Zaken.”Aan de Vrije Universiteit in Amsterdam promoveerde Reedijk vanmiddag op het proefschrift ”Roots and Routes. Identity Construction and the Jewish-Christian-Muslim Dialogue”. Een van haar onderzoeksvragen is hoe de dialoog tussen Joden, christenen en moslims de identiteit van de deelnemers beïnvloedt. „Een vraag waarvoor tot nu toe vrijwel geen aandacht is geweest.”
Zelf is ze met alle drie de wereldreligies vertrouwd geraakt, vertelt ze daags voor haar promotie in haar appartement in Amsterdam-Oost. „Ik ben geboren in ’s-Gravendeel, en heb een christelijke opvoeding gekregen. Mijn vader is nog steeds gereformeerd predikant, zeer actief in de dialoog trouwens. In 1996 ben ik, na een lange zoektocht, officieel Joods geworden – ik heb Joodse wortels, via mijn vader.”
In contact met de islam kwam ze in 1978, drie jaar nadat ze in Amsterdam was gaan wonen. „Ik leerde Fatima kennen, een heel dappere Marokkaanse vrouw. Met haar ben ik bevriend geraakt, en ook meermalen naar Marokko geweest. Ik heb daarom bij Marokkanen en moslims niet meteen de associatie fanatiek.”
”Roots and Routes” luidt de titel van uw proefschrift. Wat bedoelt u daar precies mee?
„Ik heb die woorden ontleend aan een boek van de Britse socioloog Stuart Hall. Tegen zwarten in Engeland die in de problemen kwamen rond hun identiteit, zei hij: Staar je niet blind op je wortels, je roots, maar kijk ook vooruit, naar de toekomst, en de route daar naartoe. Dat lijkt mij ook voor de dialoog tussen de religies een goed advies.”
Te vaak, aldus de promovenda, wordt het voorstanders van de dialoog verweten dat ze te veel meegaan met ‘de ander’, en dat ze voor de eigen religie wezenlijke punten te grabbel gooien. „Volgens mij is het niet of-of, maar en-en. Je kunt toch op authentieke wijze deelnemen aan de dialoog én vasthouden aan zaken die voor jou wezenlijk zijn? Alleen praten met elkaar kan al heel nuttig zijn.”
Een orthodox christen zal ook in de dialoog willen vasthouden aan wat Jezus Zelf zegt: „Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.”
„Ik zou zeggen: een weg, een waarheid. Iets van wat u zegt, kom ik ook tegen in de recente open brief van Hebe Kohlbrugge en anderen aan de Protestantse Kerk. Kijk, ik heb er geen bezwaar tegen als mensen zich opstellen als authentiek christen. Integendeel zelfs. Waar ik wel bezwaar tegen heb, is als mensen zeggen: Er is maar één weg tot het heil – en je proberen te bekeren. Ik vind dat respectloos; dialoog heeft dan ook geen enkele zin.”
Waar veel deelnemers aan de dialoog tegenaanlopen, zo ontdekte Reedijk verder, is hun achterban, „die nogal eens heel kritisch tegen hun verrichtingen aankijkt. Een van mijn conclusies is daarom dat de dialoog met de eigen achterban veel meer aandacht moet krijgen dan tot nu toe het geval is.”