Geen gesjoemel met referendum
De Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie gaan er alles aan doen om een onafhankelijk Zuid-Sudan te voorkomen. Die berichten doken vorige week op in de media. In het zuiden van het Afrikaanse land is negatief gereageerd op de berichten. Dat hoefde niemand te verbazen. De actie van de internationale verbanden is met recht merkwaardig te noemen.
Wat is het geval? Over twee maanden staan er verkiezingen in Sudan op de agenda. Iedereen maakt zich daar bezorgd over, en dat is niet vreemd. Niet alleen tussen Noord- en Zuid-Sudan, maar ook binnen de zuidelijke regio bestaan er spanningen. Het land is niet klaar voor de verkiezingen, zeggen velen. Dat is het ook niet, maar de vraag is wanneer het er wel klaar voor zal zijn. De verkiezingen zijn al verschillende keren uitgesteld en ook dat houdt een keer op.Nu werd in de Ethiopische hoofdstad twee weken terug de halfjaarlijkse vergadering van de Afrikaanse Unie (AU) gehouden. Ook secretaris-generaal Ban Ki Moon van de Verenigde Naties was daarbij aanwezig. In verband met de komende verkiezingen stond Sudan hoog op de agenda. En toen rezen de zorgen en kwamen Ban Ki Moon en AU-voorzitter Jean Ping met vergelijkbare oproepen aan de Zuid-Sudanezen om de eenheid met het noorden te bewaren. Op de verkiezingen volgt in 2011 namelijk een referendum waarin de Zuid-Sudanezen mogen stemmen over hun onafhankelijkheid.
„Zal de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan er niet toe leiden dat leiders in andere regio’s zoals Darfur straks ook hun zelfbeschikking opeisen?” vroeg Jean Ping zich af. Hij merkte op dat de AU het gevoel had op een tikkende tijdbom te zitten. Ban Ki Moon liet zich in vergelijkbare bewoordingen uit.
Het zal allemaal waar zijn, maar met hun vrees zijn de AU en de VN vijf jaar te laat. In 2005 is bij het internationaal gemonitorde vredesakkoord tussen Noord- en Zuid-Sudan afgesproken dat er in 2009 verkiezingen zouden zijn, gevolgd door een referendum in 2011. Dat was voor het zuiden een van de redenen om voor het akkoord te stemmen.
Daarmee is het mandaat voor onafhankelijkheid bij de bevolking van Zuid-Sudan gelegd. Het is niet fraai om daar nu nog aan te gaan morrelen. Ban en Ping roepen dan wel niet ertoe op het referendum te schrappen –dat zou niet kunnen–, maar ze maken wel duidelijk wat er gestemd moet worden. Het beïnvloeden van de kiezers is echter niet de taak van verbanden zoals de VN en de AU.
De zorgen van Ban en Ping zijn begrijpelijk, daarover hoeft geen discussie te zijn. Onlangs nog doken er berichten op dat Zuid-Sudan bezig zou zijn een groot wapenarsenaal op te bouwen. Noord-Sudan zou met hetzelfde bezig zijn.
Bovendien is het nog maar de vraag of de verschillende groepen in Zuid-Sudan het onderling eens kunnen worden na een onafhankelijkheidsverklaring. Sudan wordt nu geleid door de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging (SPLM), de bestuurlijke tak van het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA). Dat is een zeer divers gezelschap, dat volgens critici enkel bij elkaar wordt gehouden bij gratie van een gemeenschappelijke vijand. De top van de SPLM wordt gedomineerd door Dinka’s, zeer tegen het zere been van andere volken.
SPLM-leider Salva Kiir spreekt ondertussen sussende woorden. „Wij in het zuiden hebben geen enkele reden om terug te keren tot de oorlog”, liet hij weten. „Als het noorden dat wil, moet het dat maar uitleggen aan de rest van de wereld.”
Er bestaat weinig twijfel over de uitslag van het referendum van januari 2011. De zuiderlingen willen vrij zijn. Dat daarmee de problemen niet de wereld uit zullen zijn, is ook duidelijk. Maar elk denkbaar scenario stuit op problemen. Dat is een reden temeer om te blijven bij de gemaakte afspraken. Er zijn nog wel andere manieren om bemoeienis met Sudan te houden.