Vorige week maakten berichten melding van een meer open houding van China ten opzichte van niet-officiële, dat wil zeggen niet-geregistreerde, kerken. De krant People’s Daily in Peking vermeldt deze week echter uitspraken van premier Jiang die op het tegenovergestelde wijzen. Letterlijk zegt de premier: „Gelovigen moeten hun land liefhebben, het socialistische systeem en de koers van Communistische Partij steunen en de wetten van het land respecteren. Religie mag niet toegestaan worden wanneer zij zich keert tegen de richting van de Communistische Partij of wanneer zij de nationale en etnische eenheid vernietigt.” In zijn rede bepleitte hij een strengere controle op godsdienstige praktijken.

Deze uitlatingen zijn voor de internationale zendingsorganisatie De Stem der Martelaren aanleiding om een gebedsoproep te doen voor de christenen in China. Ook wordt gevraagd te bidden of God de harten van de premier en andere Chinese leiders wil veranderen. De christenen in China gaan over het algemeen naar de Drie-Zelfkerk of naar de huisgemeenten. Een verschil tussen beide is dat de Drie-Zelfkerk van staatswege erkend is en de huisgemeenten niet. Zo worden in de Drie-Zelfkerk jongeren onder de achttien jaar niet toegelaten. Naar schatting omvat de Drie-Zelfkerk 8 miljoen leden. Het aantal leden van de huisgemeenten wordt geschat op 60 tot 80 miljoen.

Uiterlijke schijn
De World Evangelical Fellowship (WEF) plaatste onlangs al kanttekeningen bij het religiebeleid van de Chinese overheid, dat in het algemeen als ’ruimer’ wordt gepresenteerd. Volgens de WEF wordt de indruk gewekt dat niet-geregistreerde huiskerken meer speelruimte krijgen. In een commentaar wees de WEF erop, na raadpleging van huiskerkleiders, dat de aangekondigde versoepeling slechts uiterlijke schijn lijkt te zijn en wellicht bedoeld is om, voorafgaand aan de Olympische Spelen die in 2008 in Peking zullen worden gehouden, een positieve indruk te maken in de wereld.

Het feit dat China vorige maand geaccepteerd is als lid van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) heeft gemengde gevoelens opgeroepen bij Chinese kerkleiders. Enerzijds betekent het de grootste verandering sinds 1966, toen Mao de Culturele Revolutie uitriep, anderzijds kan de ondergrondse kerk de groei van de huisgemeenten niet aan. De regering verbiedt nog steeds buitenlandse hulp aan eigen kerken. Ook kent China stringente regels met betrekking tot het drukken en verspreiden van Bijbels. Een huiskerkleider zei onlangs dat als het de regering ernst is met de vrijemarkteconomie, ze dan haar monopolie op het drukken van Bijbels moet opgeven. „Laat de vraag het aanbod bepalen. En laat ons christelijke lectuur drukken zonder dat we er een gevangenisstraf van tien jaar voor riskeren.”