Dat heeft de Duitse Eurocommissaris Günther Oettinger afgelopen weekeinde gezegd in een interview met de Duitse regionale krant Reutlinger General-Anzeiger.„De euro loopt het gevaar instabiel te worden. Kijk naar Griekenland, Ierland en mogelijk binnenkort, Spanje, Portugal, Letland en Italië”, aldus Oettinger.

De schuldenproblematiek van Griekenland, Portugal en Spanje zorgt voor veel nervositeit bij beleggers. Zij vrezen dat daardoor het economische herstel in gevaar kan komen en het vertrouwen in de euro wordt aangetast. De euro zakte vrijdag door alle onzekerheid tot 1,3682 dollar, het laagste niveau tegenover de dollar in acht maanden.

De aandelenmarkten daalden hierdoor wereldwijd tot de laagste standen in drie maanden tijd door zorgen hierover. Analisten vrezen dat er nu een correctie plaatsvindt, nadat de beurzen in januari nog de hoogste niveaus in vijftien maanden hadden bereikt.

Desondanks kan de afzwakking van de euro ten opzichte van de dollar en de Japanse yen ook voordelen voor Europa hebben. Een lagere euro maakt Europese producten in het buitenland relatief goedkoper, waardoor de Europese exportpositie kan verbeteren.

De opmerkingen van Oettinger staan lijnrecht tegenover die van de Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble. Hij zei vrijdag tijdens een bijeenkomst van de zeven grootste economieën (G7) in Canada dat de euro stabiel zal blijven, ondanks de problemen in een aantal landen.

Volgens hem is de EU zich bewust van de risico’s en vastberaden om de problemen aan te pakken. „De EU heeft Griekenland strenge maatregelen opgelegd, zoals een besparingsprogramma, en zal nauwlettend in de gaten houden dat deze nageleefd worden”, aldus Schäuble.