Opinie

Radicalisering verraadt innerlijke onzekerheid

”Voorkomen is beter dan genezen”, zo noemen moslimorganisaties in Noord-Holland hun actieplan om jongeren meer te betrekken bij de moskee. ’t Gaat er niet om dat ze afhaken, maar dat ze te fanatiek worden. De uitersten lijken elkaar te raken: hun felste bestrijder, PVV-leider Wilders, wint sympathie bij reformatorische christenen.

Dr. H. van den Belt
5 February 2010 10:30Gewijzigd op 14 November 2020 09:48
„Reformatorische christenen moeten aanvoelen dat er bij Wilders iets ontbreekt. Dat iets is alles.” Foto ANP
„Reformatorische christenen moeten aanvoelen dat er bij Wilders iets ontbreekt. Dat iets is alles.” Foto ANP

De aanhangers van de radicale islam zijn geen Arabieren met een tulband en kromzwaard, maar jongeren die in Nederland opgroeien, onze taal vloeiend spreken en hoogopgeleid zijn. Ze voelen zich aangetrokken tot het salafisme, een pure vorm van de islam.Deze beweging maakt gebruik van moderne middelen, profileert zich op internet en sticht via lezingen van rondtrekkende predikers kleine gemeenschappen van jongeren, die elkaar broeders en zusters noemen. Het is in deze kleine kringen dat jongeren radicaliseren en zich –soms gewelddadig– verzetten tegen de westerse cultuur.

Deze radicalisering verraadt een innerlijke onzekerheid. De waarden en normen van de traditie botsen met die van de Nederlandse samenleving. In plaats van te breken met de traditie, vluchten sommige jonge moslims in de antithese. Radicalisering is een gevolg van ontworteling.

Mediageniek

De angst voor de islam geeft de Partij voor de Vrijheid vleugels. De populariteit van Wilders is ook een vorm van radicalisering. De aantrekkingskracht van de PVV wordt ook gevoed door onzekerheid. De uitersten raken elkaar.

Wilders verstaat de kunst om met de media te spelen. Bij de belactie voor Haïti zat Geert gebroederlijk naast Mark Rutte en André Rouvoet. De enige die zich niet in het rode 555-T-shirt gehesen had, was de PVV-leider. Alleen al daardoor viel hij op. De foto haalde de voorpagina van het Reformatorisch Dagblad. Het ging over Haïti, maar Wilders was in beeld.

Hij is ook een begaafd politicus. De fracties in de Tweede Kamer en in het Europees Parlement bestaan uit mensen die hem onvoorwaardelijk steunen. Het is knap dat hij de regie intern zo goed in de hand weet te houden.

Dat hij niet aan de verkiezingen voor de gemeenteraden deelneemt, is geen zwakheid maar een blijk van politiek inzicht. Het zou onmogelijk zijn om een breed vertakte partijorganisatie probleemloos in de hand te houden. Hij heeft ook geen enkel belang bij een plaatselijke rondweg of subsidie voor duivenmelkers. Het gaat hem om macht en aandacht.

Hij weet dat straks alle ogen gericht zijn op Den Haag en Almere. En passant incorporeert hij Leefbaar Rotterdam door zijn aanhang in de Maasstad te adviseren op die partij te stemmen. Marco Pastors en de zijnen –de nazaten van Fortuyn– hebben laten zien dat ze uit het goede hout zijn gesneden.

Wilders vormt in zijn optreden een scherp contrast met de vaagheid van veel politici. Neem de premier. Hij spreekt in een hoog tempo volzinnen uit, slikt zijn woorden half in, geeft lange opsommingen en heeft een voorliefde voor de weinigzeggende uitdrukking „je moet je verantwoordelijkheid nemen.” Balken­ende verstaat de kunst om met zo veel mogelijk woorden zo weinig mogelijk te zeggen. Wilders is zijn tegenbeeld, hij weet zijn mening kort en krachtig neer te zetten.

Toch weet niemand waar hij precies heen wil. Wat hij níét wil, is bekend. Wat hij wél wil, weet hij alleen zelf. Dat mag je tenminste hopen.

Polarisatie

Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft vorige week een rapport gepubliceerd over de polarisatie en radicalisering in Nederland. Het analyseert zowel het radicalisme van de islam als dat van Wilders. Het signaleert de polarisatie, maar legt geen verband tussen de verschillende vormen van radicalisering.

Het rapport is eigenlijk best genuanceerd over de PVV. De partij heeft een nationaaldemocratisch karakter en oriënteert zich op het eigene van Nederland. De analyse vermeldt wel dat Wilders een afkeer heeft van het vreemde en een hang naar het autoritaire; om dat te constateren hoef je echter geen wetenschapper te zijn.

De onderzoekers noemen de PVV niet extreem rechts en schrijven dat Wilders’ opmerkingen over de islamisering een „discriminatoir karakter” lijken te hebben, maar zij erkennen dat de rechter zich daarover nog moet uitspreken. In een reactie noemde Wilders het rapport schandelijk. Volgens hem staat er heel veel onzin in en hij vraagt zich af waarom het opkomen voor nationaal belang radicaal rechts moet heten.

Wilders beschuldigt minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken van een vies spel. Zij zou het rapport expres uitbrengen tijdens het proces over haat zaaien en groepsbelediging. Hij zegt dat het openbaar ministerie er een politiek proces van maakt. Dat is echter de vraag. Alleen met grote tegenzin en gedwongen door een rechterlijke uitspraak heeft het OM de politicus voor de rechter gedaagd.

Als er één belang heeft bij een politiek proces, dan is het Wilders zelf. Zelfs in het verdachtenbankje weet hij alle aandacht naar zich toe te trekken. Bram Moszkowicz als advocaat, een uitgevallen verwarming die op 20 januari zorgde voor een ijskoude rechtszaal, Noord-Koreaanse toestanden, wantrouwen van de rechtspraak…

Alles werkt mee aan het beeld dat Wilders slachtoffer is. Daar spint hij politiek garen bij. Om zijn gelijk aan te tonen, wilde hij zelfs de moordenaar van Theo van Gogh als getuige oproepen. De rechter wees dat verzoek woensdag af en beperkte de getuigen tot drie Korangeleerden.

Aantrekkelijk

De radicale koers van Wilders is aantrekkelijk. Dat heeft verschillende oorzaken. Wilders is moedig, hij durft het toch maar te zeggen, al kan het hem zijn leven kosten. Dat beeld overheerst. Bij anderen regeert de angst. Bij Wilders niet.

In de nieuwjaarsnacht rukten politie en brandweer uit naar Driedorp, bij Nijkerk, om er een vreugdevuur te doven. De jongeren daar vonden echter dat de politie maar beter naar het winkelcentrum Paasbos kon gaan. Hangjongeren zorgden daar met vuurwerk al een week lang voor onveilige situaties. Terecht of niet, het zijn dat soort zaken die de sympathie voor Wilders voeden.

De politicus staat symbool voor de nationale trots. Daar hebben Nederlanders altijd moeite mee. Zij lijden aan een collectief minderwaardigheidscomplex. Dat lijkt zo, maar onder de onverschilligheid sluimert toch het nationalisme. Dat blijkt bij het Europees kampioenschap en het wereldkampioenschap voetbal. Dat blijkt ook als de populairste allochtoon, prinses Máxima, durft te zeggen dat dé Nederlander niet bestaat. Dan zijn de rapen gaar.

Reformatorische christenen hebben het gevoel dat de Nederlandse identiteit bij Geert Wilders veilig is. Hij mag dan een roomse Limburger zijn, hij bevestigt alle Nederlanders toch in hun eigenwaarde. Als je de trots benoemt, haken mensen af. Denk aan de verdamping van Trots op Nederland; de partij van Rita Verdonk. Wilders doet het veel subtieler.

Wilders is autoritair, maar op een leuke manier. Het stoot niet af, maar trekt juist aan. Hij duldt geen tegenspraak, maar heeft ook iets vriendelijks. Hij is onbehouwen en toch ook hoffelijk. Hij maakt niet de indruk dat hij een verborgen agenda heeft. Hij is een apolitieke politicus. Dat wekt toch vertrouwen in een tijd dat politici gewantrouwd worden. Hoe meer hij in de hoek gezet wordt, hoe sympathieker hij wordt. „Zij zijn allemaal tegen mij, maar jullie niet!” Dat is de uitstraling die aantrekt.

Allochtone christenen

Het is goed om eerlijk te zijn over de islam als een valse godsdienst. Het is echter verkeerd om spookbeelden op te roepen. Lang niet alle allochtonen zijn moslim. Er zijn in de grote steden ook veel buitenlandse christenen. Zo veel dat de allochtone kerkgangers in Amsterdam in de meerderheid zijn. Schrijnend, maar ook hoopgevend.

Lange tijd werd gedacht dat er in Nederland meer dan 1 miljoen moslims waren. Na telling van het CBS in 2007 blijken het er zo’n 857.000 te zijn, oftewel 5 procent van de bevolking en nog niet de helft van het aantal niet-westerse allochtonen in Nederland. De groei van deze groep neemt zelfs af, omdat de emigratie is gestegen. Er gaan ook veel buitenlanders weg; zo’n 20.000 per jaar.

Bovendien worden dan alle moslims meegerekend, ook degenen die er niets meer aan doen en nauwelijks een moskee bezoeken. Secularisatie is er ook onder moslims, het moskeebezoek van Turken en Marokkanen daalt. De sterke weerstand tegen de islam van mensen als Wilders versterkt de moslimidentiteit. Daarmee is Wilders een deel van het probleem dat hij bestrijdt.

De Partij voor de Vrijheid, hoe aantrekkelijk ook, is uiteindelijk een bedreiging voor de vrijheid. Zij is een agressieve vorm van liberalisme, die wel steun zoekt bij orthodoxe protestanten, maar zich even gemakkelijk tegen hen kan keren.

Terecht stelde de orthodox-joods rabbijn Lody van der Kamp dat Wilders in plaats van een bondgenoot van de joodse gemeenschap eerder een bedreiging is voor de goede verstandhoudingen.

Waarschuwen is niet voldoende. De aantrekkingskracht van Wilders op reformatorische christenen legt ook een innerlijke zwakte bloot. Reformatorische jongeren voelen zich ontworteld en ontheemd. Zij staan in een postmoderne cultuur waarin alles gerelativeerd wordt. Zij zijn hun houvast kwijt.

Terwijl moskeebestuurders zich zorgen maken om de radicalisering van de jongeren, maken ambtsdragers zich vooral zorgen om jongeren die de kerk de rug toekeren. Het enige antwoord op de het gevaar van de radicale islam is een radicaal christendom. Toch blijken weinig jongeren daarvoor te kiezen. De grootste bedreiging voor christenen is niet de moslimpopulatie, maar de innerlijke kaalslag van het christelijke geloof.

De Nederlandse geloofsbelijdenis spreekt over het weren en uitroeien van alle afgoderij en valse godsdienst. Dat is gericht tegen de antichristelijke macht van Rome. Zonder de dwalingen van de roomse kerk te verdoezelen, voelen christenen nu doorgaans wel aan dat de fronten zijn verschoven.

Het antichristelijke seculiere denken, waar ook Wilders een exponent van is, laat geen ruimte voor een publieke belijdenis van het christelijke geloof. De angst voor de islam en de strijd die Wilders daartegen aanbindt, dreigen christenen af te leiden van het echte probleem van de innerlijke secularisatie. Liever Turks dan paaps, zeiden de vaderen. Nu geldt: liever Turks en paaps dan paars.

Liefde

Reformatorische christenen moeten aanvoelen dat er bij Wilders iets ontbreekt. Dat iets is alles. Wie is mijn naaste, vraagt iemand aan de Heere Jezus. Hij antwoordt met een gelijkenis.

Als je halfdood langs de weg ligt, dan vraag je dat niet meer. Dan wil je door iedereen wel geholpen worden; of het nu een barmhartige Samaritaan is of een barmhartige Marokkaan.

Ga heen en doe gij desgelijks.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer