Moeite met straatnamen
In Nederland leven ongeveer 1,5 miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Het is voor hen een hele klus om een treinkaartje te kopen, straatnaamborden te lezen, formulieren in te vullen of hun (klein)kind voor te lezen.
Deze laaggeletterdheid kan leiden tot misverstanden, maar ook tot gevaarlijke situaties. Een patiënt die de aanwijzingen bij zijn medicijnen niet kan lezen, een heftruckchauffeur die de veiligheidsvoorschriften niet heeft begrepen.Van de 1,5 miljoen laaggeletterden hebben 1 miljoen mensen een Nederlandse achtergrond, 0,5 miljoen hebben niet-Nederlandse wortels.
De samenleving probeert zich aan te passen aan laaggeletterdheid door informatie zo eenvoudig mogelijk te houden. Dat kan door symbolen –zoals het mannetje en vrouwtje bij het toilet– maar ook bijvoorbeeld door kleuren. Het openbaar vervoer werkt niet alleen met namen van haltes, maar ook met kleuren op de hoofdlijnen.
Beter dan aanpassing aan laaggeletterdheid is de bestrijding ervan. De Stichting Lezen & Schrijven probeert laaggeletterde mensen te laten ontdekken wat het belang van taal is en hen te leren wat de leuke kanten van taal zijn.
Tegelijkertijd probeert de stichting maatschappelijke organisaties, scholen, bedrijven en overheden in te schakelen bij de bestrijding van laaggeletterdheid. De Stichting Lezen & Schrijven is opgericht in 2004.
Ondanks de inspanningen van de stichting is de laatste jaren een verslechtering te zien in lees- en rekenvaardigheid bij leerlingen in de leerplichtige leeftijd. Vijf procent van de 15-jarigen is laaggeletterd. Nog eens 10 procent van jonge mensen van die leeftijd heeft zulke ernstige lees- en schrijfproblemen, dat zij een groot risico lopen ook laaggeletterd te worden.
Ongeveer 25 procent van de kinderen in groep 8 heeft een leesachterstand van twee jaar. De onderwijsinspectie constateerde over 2008 dat startende leerlingen op het vmbo laag scoorden op tekstbegrip en woordenschatontwikkeling. Bijna alle leerlingen in het praktijkonderwijs hebben ten minste twee, maar vaak meer leerjaren achterstand op deze vaardigheden. Zij kunnen basale berekeningen niet uitvoeren en hun eigen leerboeken niet meer begrijpen.
Laaggeletterdheid is nog moeilijk bespreekbaar. Dat voedt het taboe over dit onderwerp. Doordat er te weinig over wordt gesproken, denken laaggeletterden zelf dat zij de enigen zijn, waardoor ook zij moeite zullen hebben om het bespreekbaar te maken. Om meer laaggeletterden te stimuleren om voor hun probleem uit te komen en een cursus lezen en schrijven te gaan volgen, moet het taboe verder worden doorbroken, zegt de Stichting Lezen & Schrijven.