Onderling respect basis van familiebedrijf
De onderneming ging steevast over van vader op zoon. Inmiddels is de zesde generatie volop actief in het familiebedrijf Van Dam Verhuizingen. „We schelden elkaar de huid wel eens vol, maar na tien minuten hebben we geen hard feelings meer.”
Op een industrieterrein in Doetinchem nam Van Dam Verhuizingen eind vorig jaar een nieuwe loods in gebruik voor containers waarin inboedels en archieven zijn opgeslagen. Vanuit de koele ruimte loopt Jeroen van Dam de trap op naar het kantoor. Aan de wand hangen foto’s die de historie van het bedrijf illustreren. Daartussen prijkt het wapen met het predicaat ”Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier”.In 1844 startte J. W. van Dam in het Gelderse Terborg een eenmanszaak in verhuizingen en transporten. Deze breidde zich in de loop der jaren uit tot een onderneming waarbij vijftien man werkzaam is. Van Dam verhuist zowel particulieren, bedrijven als overheidsinstellingen. Ook biedt het bedrijf mogelijkheden voor opslag van inboedels en archieven.
”Verhuizen is een Feest!” zo luidt de titel van een brochure die in het ruime kantoor op tafel ligt. Dat enthousiasme straalt Jeroen van Dam (37) ook uit. Hij is formeel commercieel directeur, maar vindt dat te hoogdravend klinken. „Bij grote projecten ben ik op locatie het aanspreekpunt. Dan werk ik gewoon met de jongens mee. Ik ben een van hen.”
Dagelijks komt Jeroen op de werkvloer familieleden tegen: vader Frits (63), broer Rick (31), oom Wim (61), neef Peter (48) en neef Wim (44). Hij bemerkt geen tweedeling in de onderneming: de familie Van Dam tegenover de rest. „In feite opereren we met z’n allen als één grote familie. Ieders mening is even belangrijk. Saamhorigheid is de kurk waarop onze zaak drijft.”
Eind van de ochtend komt Frits van Dam terug van een taxatie. Hij vertelt dat hij, als oudste uit een gezin met zes kinderen, al meer dan 45 jaar werkzaam is in het bedrijf. „Vanaf mijn zeventiende hielp ik tijdens vakanties regelmatig mee. Ik vond het mooi werk. Na de ulo ging ik naar de kweekschool, maar na twee maanden kwam ik erachter dat dat niets voor mij was. Toen ben ik in het bedrijf van mijn vader gestapt.” Een schilderij van vader, die in 1997 is overleden, kreeg een prominente plek in het kantoor.
In 1998 deed Frits van Dam een stap terug. Mede vanwege de naderende invoering van de euro en het toenemend gebruik van computer en internet, achtte hij de tijd rijp om het roer over te geven aan de volgende generatie.
Voor Jeroen, die een opleiding commerciële economie volgde, was het geen vanzelfsprekendheid dat hij in het familiebedrijf aan de slag zou gaan. „Mijn broer en ik kregen van jongs af aan de vrijheid werk te doen dat we zelf wilden. Toen in 1998 de vraag op mij afkwam of ik in het bedrijf wilde komen, heb ik daar van harte ja op gezegd. Ik vind het mooi dat ik het werk van mijn voorvaderen mag voortzetten.”
Regelmatig zit hij met zijn broer, vader en oom om de tafel om zakelijke beslissingen te nemen. „Dit kantoor is ons tweede thuis.” Hoe gaat hij om met verschillen in visie? „In de praktijk hebben we daar weinig mee te maken, maar het uitgangspunt is: de meeste stemmen gelden. Als vervolgens in de praktijk blijkt dat een genomen besluit niet werkt, sturen we bij.”
Elkaar respecteren en openstaan voor kritiek zijn belangrijke voorwaarden om een familiebedrijf succesvol te maken, zegt Jeroen. „Ondernemers zijn vaak eigenzinnige mensen. Wij zijn echter opgegroeid met het besef dat we elkaar nodig hebben. We vullen elkaar aan.”
Dat laat onverlet dat er tijdens het werk wel eens een flinke woordenwisseling tussen familieleden plaatsheeft. Jeroen: „We schelden elkaar de huid soms vol, maar tien minuten later hebben we geen hard feelings meer. Je kunt wel met de bokkenpruik op blijven lopen, maar wat schiet je ermee op? Op die manier hadden we het geen 165 jaar volgehouden.”
Frits van Dam geeft aan dat het niet alleen van belang is dat zijn beide zonen goed met elkaar overweg kunnen, maar ook dat ze een duidelijk onderscheiden taak hebben. „Het kan gebeuren dat Jeroen linksaf wil en Rick rechtsaf. Doordat Jeroen vooral de organisatorische kant doet, terwijl Rick voorman-verhuizer is, ontstaat dat probleem niet zo snel.”
Oom Wim heeft als algemeen directeur een belangrijke stem in het kapittel. Hij runde jarenlang een transportonderneming. Nadat hij die enkele jaren geleden had verkocht, stapte hij alsnog in het familiebedrijf. Jeroen: „Hij bekijkt de zaak vanuit een helikopterview en stuurt zo nodig bij. Hij houdt ons scherp. Als het nodig is, geeft hij ons ook een schop onder ons achterste.”
Over de verre toekomst van het familiebedrijf denkt Jeroen nog niet veel na. Hij heeft een zoon en dochter van zes en acht jaar. Ook broer Rick heeft twee kinderen. Of deze in de toekomst de familietraditie zullen voortzetten, is vooralsnog koffiedik kijken. „Het hangt ervan wat mijn kinderen zelf willen”, zegt Jeroen. „Daarin laat ik hen vrij. Maar het zou me aan het hart gaan als ze allebei iets anders zouden gaan doen.”
Betrokkenheid
Ruim twee derde van de Nederlandse bedrijven met personeel is een familiebedrijf. Dat blijkt uit recent onderzoek van het Nyenrode Center for Entrepreneurship. Deze bedrijven zijn de laatste jaren in een positiever daglicht komen te staan, zegt Nyenrodehoogleraar dr. Roberto Flören. Ze blijken succesvoller te zijn dan niet-familiebedrijven. Belangrijke verklaringen voor hun succes zijn onder andere de langetermijnvisie, de kleine groep aandeelhouders en de grote betrokkenheid en directe aanwezigheid van de directeur en meewerkende familieleden.