Kerk & religie

De Reformatie / Om Sions Wil

De Reformatie

Kerkredactie
29 January 2010 20:26Gewijzigd op 14 November 2020 09:44

Wie is de auteur van de brief aan de Hebreeën? In De Reformatie (blad van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt) gaat nieuw­testamenticus prof. dr. P. H. R. van Houwelingen op dit „raadsel” in. Barnabas lijkt het meest in aanmerking te komen.„Zelfs Calvijn vond het auteurschap van Paulus niet erg aannemelijk, zoals blijkt uit de inleiding van zijn commentaar en zijn verklaring van hoofdstuk 13:23. Volgens Calvijn is Hebreeën na diens dood geschreven. (…) Gezien de tekstoverlevering zullen we de auteur van de brief in de directe omgeving van Paulus moeten zoeken. Vanuit het document zelf laat zich de volgende profielschets reconstrueren: iemand met literaire bekwaamheid en voortreffelijke beheersing van het Grieks, vertrouwd met de heilige Geschriften (Septuagint), van joodse afkomst, die zich tegenover zijn lezers opstelt als een gezaghebbende leraar of Schriftuitlegger, een mogelijke metgezel van „broeder Timoteüs” (Heb. 13:23). Degene uit het Nieuwe Testament die het beste past bij dit profiel is Jozef, beter bekend als Barnabas. Hij was een Leviet, dus vertrouwd met de tempeldienst, een diaspora-jood uit Cyprus maar woonachtig in Jeruzalem (Hnd. 4:36-37). Hij werd als afgevaardigde van de Jeruzalemse gemeente naar Antiochië gezonden, ging mee met Paulus’ eerste zendingsreis en maakte deel uit van de deputatie die het besluit van Jeruzalem in Antiochië moest aanbevelen. Wat Barnabas vooral tot een aantrekkelijke kandidaat­auteur maakt, is het feit dat de bijnaam die hij van de apostelen gekregen had hem typeerde als „zoon der bemoediging” (Hnd. 4:36: huios paraklèseoos). Dit correspondeert met het gegeven dat de schrijver van Hebreeën zijn geschrift zelf aan het slot een „woord van bemoediging” noemt (Heb. 13:22: logos paraklèseoos). Barnabas zou bij uitstek geschikt geweest zijn om zo’n bemoedigend woord te spreken of te schrijven. Niet alleen binnen Jeruzalem gold hij als een prominente persoonlijkheid. Hij verschijnt ook onder de leraars uit de gemeente van Antiochië (Hnd. 11:26; 13:1) en had in heel de christelijke kerk het nodige gezag (verg. 1 Kor. 9:6). Het was niemand minder dan Tertullianus, die in de tweede eeuw na Chr. expliciet Barnabas de auteur van Hebreeën noemde, een identificatie die blijkbaar in zijn tijd gebruikelijk was, want Tertullianus zegt erbij dat dit epistel van Barnabas een betere kerkelijke acceptatie had dan de volgens hem apocriefe tekst Pastor van Hermas (De kuisheid 20,2). Trouwens, ook het feit dat de anonieme brief uit de Apostolische Vaders die de titel ”brief van Barnabas” draagt, juist aan hem toegeschreven is, laat zich het beste verklaren doordat men Hebreeën beschouwde als een geschrift van zijn hand waarin het traditionele jodendom bekritiseerd werd. (…). Toch kan de auteurskwestie niet met zekerheid worden beslist en rest ons uiteindelijk weinig anders dan in te stemmen met Origenes: wie de auteur van Hebreeën is, weet alleen God.”


Om Sions Wil

„…haar belovende, dat gij haar nimmermeer zult verlaten”, klinkt het vanuit het klassieke huwelijks­formulier. Nimmermeer – dat is toch vanzelfsprekend? In Om Sions Wil (pastoraal blad voor de gereformeerde gezindte) schrijft ds. H. Zweistra erover.

„We gaan ervan uit dat de bruidegom op goede en vaste gronden naar dit hoogtepunt in zijn leven is gegroeid. Hij heeft in vrijheid zonder dwang voor het huwelijk gekozen. Dat een bruidegom toch wel eens te overmoedig was op die dag en zichzelf overschatte, blijkt uit het treurige feit dat vele huwelijken na kortere of langere tijd beëindigd worden. Wrange werkelijkheid! Dat was op die mooie trouwdag bepaald niet de bedoeling.

Nimmermeer verlaten… ’t Is toch gebeurd! De belofte is gebroken. Ik ga niet in op de vraag wie de schuldige is. Dit wil ik er slechts van zeggen dat ik geleerd heb dat de uitdrukking „schuldloos gescheiden” behoorlijk problematisch is. (…)

Nimmermeer verlaten! Dat was beloofd! Dat vraagt om concrete invulling. Wat vraagt de vrouw met smekende ogen? Man, wil je me een schouder geven en wil je een poosje naar me luisteren. Gebeurt dat niet, dan is de man er de oorzaak van dat een vrouw zich eenzaam gaat voelen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer