Kerk & religie

Bedroefd

„Zijt mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid…” Psalm 51:3

29 January 2010 20:23Gewijzigd op 14 November 2020 09:44

Hier worden wij vermaand het zondigen niet erger te maken dan het al is. Alsof niemand ons zag. Het is waar, er is nauwelijks een op duizend die consciëntie­werk maakt van de zonden, mits de wereld het maar niet weet om hem te verdoemen. Maar laten wij ons niet bedriegen. Al menen wij nog zo in het verborgene te zijn in het bedrijven van overspel, onze consciëntie zal ons eraan herinneren en beschuldigen. Wat is het dan waard dat niemand onze zonde weet, als wij een consciëntie hebben die ons geen rust laat?Dit wijst ons op de boosheid van de vleselijke mensen wanneer zij het pak van hun zonden gevoelen. Wat doen zij? Tot God lopen en Hem zoeken? Zij zoeken een vrolijk gezelschap. Daardoor menen zij het gevoel van de zonden te verdrijven. Zij menen de mond van hun consciëntie te smoren. Merk toch op wat de Geest van David bedroefde en zijn gemoed kwelde. Het waren zijn zonden en boosheden, zijn lelijke zonden, waarmee hij God vergramd had. Hij vreesde niet zozeer de straf, omdat hij een barmhartig God vertoornd had. Hier is het onderscheid tussen een kind van God in de bekering en de goddelozen. Een kind van God is bedroefd vanwege de zonde, omdat het daardoor God vertoornd heeft.

Samuel Smith, predikant te Prittwel
(”Davids boetvaardigheid”, 1621)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer