Muziek

Kasteelconcert in huiselijke sfeer

Kasteel De Vanenburg bij Putten heeft in enkele jaren een rijke muziekcultuur opgebouwd. Pianisten bespelen de Steinwayvleugel, organisten improviseren op het De Jonghorgel. Musici waarderen de huiselijke sfeer. „Je zit niet boven ‘het voetvolk’ verheven.”

tekst Jan-Kees Karels
29 January 2010 16:33Gewijzigd op 14 November 2020 09:44

Wycliff, Perkins, Bullinger, Luther. Gebroederlijk hangen ze naast elkaar, samen met andere grootheden uit het verleden. De Hollandse meesters aan de wand geven het gebouw de Oranjerie een sfeervolle uitstraling. Deze wordt versterkt door de kroonluchters en de indirect verlichte plafondschilderingen. Kasteel De Vanenburg in Putten houdt cultuur levend. Het negentien stemmen tellend De Jonghpijporgel en de Steinwayvleugel worden veelvuldig gebruikt voor concerten. Zo trad het Storioni Trio Amsterdam er op. Zakelijke relaties van het aangrenzende bedrijf Cordys zijn regelmatig te gast.Sinds 2001 worden in De Vanenburg kasteelconcerten georganiseerd, kort nadat het pijporgel van orgelbouwer De Jongh uit Lisse werd opgeleverd. Drijvende kracht achter de concerten is Paul Baan. „De Vanenburg is cultuurhistorisch erfgoed”, licht hij toe. „We vonden het belangrijk dit cultuuraspect goed tot z’n recht te laten komen en de cultuur te bewaren voor het nageslacht.”

De concerten vinden enkele keren per jaar plaats. Improvisatieconcerten hebben een hoge prioriteit. Als spelers worden veelbelovende organisten uitgenodigd, zoals Chiel Jan van Hofwegen, Sietze de Vries, Bas de Vroome. „De professionaliteit moet onbetwist zijn”, zegt Baan. „Het is geen serie waar ik populaire organisten voor vraag. Die trekken toch al volle kerken.”

Voordeel van de Oranjerie is dat de organisten direct contact hebben met hun publiek. De ongeveer 150 mensen (bij volle zaal) kijken als het ware over de schouders van de speler mee. Zo was afgelopen decembermaand het echtpaar Margreeth Chr. de Jong en Albert Clement te gast. Clement noemt die kleine afstand naar z’n publiek „heel plezierig.” „Letterlijk en figuurlijk. Je zit niet boven ‘het voetvolk’ verheven.” Er ontstaat een veel huiselijker sfeer dan in een grote kerk. Daardoor kun je gemakkelijker iets toelichtend vertellen. In de kerk moet je een afstand afleggen naar een microfoon. Hier schuif je van de orgelbank af.”

Thema van het concert van De Jong en Clement was: Van Calvijn naar Luther, van Bach naar Mendelssohn. Op het programma prijkten bekende werken, zoals Bachs ”Wenn wir in höchsten Nöthen seyn” (BWV 641), maar ook onbekendere composities als de vijfdelige Suite II in D van de Middelburgse organist Pieter Bustijn (1649-1729). „De concerten hebben een meerwaarde boven ‘normale’ concerten”, zegt Baan. „Daar kom je vijf minuten voor de tijd binnen, en ben je na afloop gelijk weer weg. Hier is ruimte voor toelichtingen op het programma, en in de pauze en na afloop een hapje en drankje om bij te praten en te netwerken.”

Het publiek bestaat uit een vaste groep van zakenrelaties, bekenden en vrienden, en gasten die per concert worden uitgenodigd. „Ik kijk wat het thema van het concert is, en vraag me dan af: Welke mensen hebben hier iets mee? Voor het Calvijnconcert waren dr. C. A. de Niet en prof. dr. H. J. Selderhuis te gast.” Wel eens overwogen de concerten voor breed publiek open te stellen? Baan: „Er is over gedacht, maar het heeft op dit moment geen prioriteit. Het openstellen zou een andere organisatie vergen. Je zou dan van tevoren een serie concerten moeten organiseren, die je over het hele jaar uitspreidt. We willen de concerten graag exclusief houden voor onze zakenrelaties. Wel bestaat er de mogelijkheid de Oranjerie op commerciële basis te huren. Zo hebben hier onlangs Peter Eilander en zijn zoon gespeeld op de piano. Ook wordt de ruimte gebruikt voor bedrijfspresentaties, congressen, trainingen en andere evenementen, waaronder huwelijkssluitingen.”

Prof. dr. Albert Clement vond het een „groot genoegen” in de serie Kasteelconcerten te gast te zijn. „Het orgel is heel mooi geïntegreerd in de ruimte van de Oranjerie. De vloer is van hardhout, en door het akoestisch systeem is er zelfs als de zaal vol zit nog iets van nagalm. Het instrument van De Jongh is zeer fraai van klank. Zowel kamermuzikale werken als een zesstemmig orgelmotet (BWV 686) van Bach klinken er prima. Het orgel is zodanig geïntoneerd dat je in de eerste plaats barokke werken speelt, maar door een paar zorgvuldig toegevoegde registers kun je er ook Mendelssohn goed op spelen.” Clement vindt het „hoopgevend” dat je in een tijd van bezuiniging en vervlakking „mensen op zo’n avond kunt trakteren die cultureel en academisch op behoorlijk niveau is. Verrassend dat zo’n zaal dan ook nog vol zit met 150 liefhebbers.”

Bezoeker Wim Eradus uit Veenendaal was meerdere keren te gast. Hij waardeert de kwaliteit die in De Vanenburg wordt geboden. „Hier wordt niet maar wat voor de vuist weg gespeeld. Je kunt er Cultuur met een grote C beleven.” Als voorbeeld noemt Eradus het improvisatieconcert van Van Hofwegen. „Allerlei stijlen passeerden de revue, van zeventiende-eeuws tot modern. Op een gegeven moment ging hij zelfs, met een knipoog, een tweegesprek tussen een populaire organist en een purist improviseren over het liedje ”Drie kleine kleutertjes die zaten op een hek”. Zeg maar tussen Martin Mans en Sietze de Vries. Dat was heel leuk en herkenbaar.” Baan: „Dat is ook een doel van de Kasteelconcerten: je geeft bezoekers op die manier iets mee waar ze over na kunnen denken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer