Teleurstelling over standpunt van CPB
De politie van het korps Rotterdam-Rijnmond en het korps IJsselland hebben met grote teleurstelling kennis genomen van het standpunt en de motivatie van het CBP, ofwel het College Bescherming Persoonsgegevens, rondom de bewaartermijn van ANPR-gegevens.
De twee politiekorpsen (die specifiek worden genoemd in een persbericht van het CBP) vinden dat de uitspraken van het CBP de kansen die er liggen met dit nieuwe systeem frustreert. De inzet van ANPR is een nieuwe technologie die past bij deze innovatieve tijd.De ontwikkeling ervan is door de korpsen van Rotterdam-Rijnmond en IJsselland transparant vorm gegeven. Er is voortdurend overleg gevoerd met de ministeries van BZK en Justitie en het CBP.
De Rechtbank in Zwolle heeft de ANPR-gegevens die verkregen zijn uit de no-hits lijsten, als bewijsvoering geaccepteerd.
De politie is zich er ten volle bewust dat voortdurend een afweging moet worden gemaakt tussen privacybelangen enerzijds en opsporingsbelangen anderzijds. Echter, de uitspraken van de CBP maken de privacy-belangen geheel leidend en daarmee het opsporingsbelang te ver ondergeschikt. Er wordt voorbijgegaan aan de succesvolle inzet van het middel afgelopen maanden.
ANPR heeft in diverse opsporingsonderzoeken geleid tot succesvolle aanhoudingen in onder meer moordonderzoeken, maar ook rondom zaken van huiselijk geweld en woninginbraken. Het is in het belang van de veiligheid van de gehele Nederlandse samenleving dat de mogelijkheden die ANPR biedt niet voor een belangrijk deel onbenut worden gelaten.
Met een strakke handhaving van een bewaartermijn van “no hits” van nul dagen, worden de belangen van gedupeerde burgers geschaad. Bijvoorbeeld kan dan ook later niet meer worden nagegaan of een bepaald voertuig ergens is gepasseerd wanneer daarmee na het veroorzaken van een aanrijding direct is doorgereden.
De politie zal verder overleggen met de departementen van BZK en Justitie over hoe verder te handelen rondom ANPR. De opmerking dat met een tijdelijke registratie van een kenteken middels ANPR iedere bestuurder als potentiële verdachte in politiebestanden terecht komt is onzin. Zo’n suggestie doet ook geen recht aan de zorgvuldigheid waarmee deze ontwikkelingen door de politie worden omgeven.