Ds. C. Westerink, christelijk gereformeerd predikant te Bennekom:

„Een van mijn gemeenteleden belde gistermiddag dat er waarschijnlijk vogelpest is uitgebroken op zijn bedrijf. Het geluid van de beesten was anders, er waren veel meer grondeieren dan normaal. Na zijn telefoontje is de RVV direct gekomen.

Vorige week en de weken ervoor hebben we deze nood al aan de Heere voorgelegd. In onze gemeente hebben we enkele pluimveehouders. In die zin zal het een bijzondere biddag worden.

In de middagdienst, waar veel kinderen komen, wil ik met name de persoonlijke dingen aan de orde stellen. In de avonddienst hoop ik de bredere ontwikkelingen naar voren te brengen. Dan wil ik wijzen op de oorlogsdreiging, op het feit dat we al bijna een jaar niet meer een gewone regering hebben. Dan hoop ik ook in te gaan op de situatie rond het koninklijk huis en op de honger in Afrika. Afgelopen zondag hadden we jonge mensen uit Burundi te gast. Aangrijpend dat de honger in grote delen van Afrika velen zal doen omkomen. De gemiddelde leeftijd in Burundi was enkele jaren geleden al slechts 41 jaar. Toch hoop ik ook te wijzen op de bijbelse vastheid dat de Heere ons heil is.”

Ds. J. Roos, predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te Opheusden:

„Ik wil in de biddagdiensten niet alleen zien op de omstandigheden om ons heen, zoals oorlogsdreiging, vogelpest, honger in Afrika of de situatie rond het koninklijk huis. Anders kijken we alleen naar wat voor ogen is. Maar ik hoop in de biddagdiensten met de woorden van Psalm 89 erop te wijzen dat de Heere eens gezworen heeft bij Zijn eigen heiligheid en dat we op Hem mogen zien. Ik werd daar pas heel erg bij bepaald toen ik op de preekstoel zat. Van onszelf zien we al snel alleen maar naar beneden. Maar als predikanten moeten we het evenwicht dat de Bijbel ook hierin aangeeft ter harte nemen. De Heere volvoert Zijn raad. Wij mogen op Hem zien.

In de ochtenddienst hoop ik, zoals bij ons gebruikelijk is, de toestand van land en volk uitgebreid aan de orde te stellen. Zoals Israël eertijds zondigde en het oordeel over zich afriep, doet ons land dit ook. Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Maar ik wil ook wijzen op Gods trouw. De wereld is nooit op haar plaats, maar ook de kerk is ver van haar plaats verwijderd. Dan hoef ik alleen maar naar ons eigen kerkverband te kijken. Maar ook daarin mogen we zien op de Heere.”

Ds. H. Fahner, christelijk gereformeerd predikant te Den Helder:

„De oorlogsdreiging is een heel wezenlijk element in de biddagpreek. In onze gemeente zitten marinemensen die mogelijk persoonlijk zullen worden ingezet. Een bijzonder punt van aandacht is het koningshuis, Niet voor niets heet onze marine de ”koninklijke”. Ook de visserij, waar het helemaal niet goed mee gaat, is een vast element in de biddag voor gewas en arbeid. Er liggen vaak veel Urker kotters bij ons in de haven. De honger in Afrika is voor velen een probleem op afstand. Hij komt steeds terug en duurt vaak lang, maar hij mag desondanks niet aan onze aandacht ontsnappen.

Ik denk niet dat deze biddag principieel anders is dan in voorgaande jaren, maar wel dat de actualiteit van het moment een grote rol zal spelen.”

Ds. C. J. P. van der Bas, hervormd predikant te Woudenberg:

„De grote zorg rond het proces Samen op Weg draag ik in de voorbede op aan de Heere. Ik vraag of de Heere dat genadig wil verhoeden. Maar ik wil in dezen niet vooruit lopen op de interne bezinning in onze gemeente.

Ik mag morgen de middagdienst vervullen. Dan zijn er veel kinderen. Bewust heb ik gezocht naar verhalende stof. Ik werd bepaald bij Job 2:9 en 10. Met name het gedeelte waarin staat dat wij het goede wel en het kwade niet van God zouden ontvangen, zal de preekstof zijn.

In mijn overdenking op de preek ben ik bepaald bij de toren van Babel. De boer van vandaag is een deel van de voedselketen. Zou de Heere niet in toorn omzien naar ons hele systeem van voedselvoorziening waarin wij denken alles in handen te hebben, technisch en commercieel? De regering stimuleerde steeds grotere bedrijven. Nu is dat vanwege de druk van de grote voedselketens financiële noodzaak. Het is alsof de Heere neerdaalt vanuit de hemel om deze toren van Babel, symbool voor onze menselijke hoogmoed, neer te halen.

Ik wil echter ook wijzen op de verwachting die er bij de Heere is, namelijk dat als wij onze zonden belijden er redding mogelijk is, persoonlijk, geestelijk maar ook voor het maatschappelijk leven.

Ds. G. Hoogerland, predikant van de gereformeerde gemeente te Drachten:

„De wereldsituatie, zoals de dreiging rond Irak, en de actuele ontwikkelingen in eigen land rond de vogelpest zullen aandacht krijgen. Het koningshuis dragen we elke zondag op. Dat zal ook morgen gebeuren. Voorop staat dat het een biddag voor gewas is. Elk jaar zijn er wel actuele ontwikkelingen. We zien daarin steeds Gods slaande hand. Maar als troostwoord geldt dat voor de Kerk des Heeren toekomst is.”

Ds. J. A. Brussaard, hervormd predikant te Scherpenzeel:

„Ik mag ’s middags preken, als er veel jeugd is. Ik volg de preekschets van de HGJB en probeer op begrijpelijke wijze de vogelpest ter sprake te brengen. Dat spreekt hun aan, want er zijn jongeren die zelf op een pluimveebedrijf wonen. In de voorbede krijgt dat zeker een plaats. Het proces Samen op Weg komt niet nadrukkelijk ter sprake in de preek, maar wel in de voorbede. Dan zal ik de zorgen daaromtrent aan de Heere voorlegen.

Ook de zorgen in het koningshuis ontgaan kinderen niet. Regelmatig wordt voorbede gedaan voor ons vorstenhuis en voor de overheid. Vanzelfsprekend wil ik ook benadrukken dat Gods Woord stand houdt. Een van de getroffen pluimveehouders zei kort en krachtig: „Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde.” Dat wil ik ook op deze biddag uitdragen.”