„Kritiek van vriend op rijgedrag neem je sneller aan”
„Ik zeg er wat van.” Die reclameslogan van vijf Groningse hbo-studenten moet jonge weggebruikers aanmoedigen elkaar aan te spreken op verkeersonveilig gedrag. „De vraag is: hoe dring je tot de bestuurder door?”
Nonchalant haalt ze haar opmaakspullen tevoorschijn. De passagier naast haar in de auto, al even zorgeloos, kijkt toe. De bocht in de weg komt dichterbij, evenals de berm en de rij bomen. Een seconde later is het beeld zwart.Als dezelfde twee dames na een handjevol andere reclamespotjes voor de tweede keer in beeld komen in hun auto, is de passagier wat kritischer. „Hé, doe eens normaal”, maant ze. „Opmaken doe je maar thuis.”
De les van het filmpje is duidelijk: een alerte en kritische medepassagier kan de chauffeur en zijn inzittenden voor veel behoeden. Niet het minst voor een ernstig ongeluk.
Honderden hbo-studenten begonnen vorig jaar aan een door Veilig Verkeer Nederland (VVN) geïnitieerde actie: jongeren een reclamecampagne laten ontwikkelen die leeftijdsgenoten aanzet tot nadenken over verkeersonveilig gedrag. Inmiddels is van elke hogeschool het winnende team bekend.
Morgen treffen de winnaars elkaar in de finale. Een van de kandidaten is tweedejaarsstudente communicatie Birgit Boersma van de Hanzehogeschool in Groningen, samen met vier klasgenoten de bedenker van het filmpje met de opmaakspullen en de kritische medepassagier.
De truc om de scènes te splitsen was vlug bedacht; wie in het spotje de sleutelrol zou krijgen, kostte het team de nodige hoofdbrekens. Boersma: „De vraag is: hoe dring je tot de bestuurder door?”
In het verkeer vielen vorig jaar 750 doden; de meesten, 159, in de leeftijdscategorie 15-29 jaar. Van de twintigers verongelukte 68 procent als bestuurder of passagier van een auto. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) noemt dat percentage opvallend hoog.
Opmerkelijk is bovendien dat 52 procent van de ernstige ongelukken met jonge, mannelijke automobilisten een eenzijdig ongeval betreft. Te hard rijden is daarbij een belangrijke oorzaak, aldus het CBS.
Boersma, zelf al tien jaar in het bezit van een rijbewijs: „Door de cijfers kregen we door dat het gaat om een serieus probleem.” Daarmee stond nog niet vast welke aanpak het best zou aanslaan. Om daar zicht op te krijgen, enquêteerden de Groningers enkele tientallen medestudenten. Daaruit kwam iets opmerkelijks: vrijwel alle ondervraagden, vooral de dames, voelden zich vaak onveilig in een door leeftijdsgenoten bestuurde auto. Maar ondanks dat sprak bijna geen van hen de chauffeur aan op diens gebrek aan stuurmanschap.
Naar de oorzaken daarvan kan Boersma slechts gissen. „Jongeren staan bekend om hun openheid, vooral onderling. Dit is echt een uitzondering. Misschien speelt mee dat mogen meerijden met iemand wordt gezien als een vriendendienst, een meevaller, en geven medepassagiers om die reden geen commentaar, ook als daar alle aanleiding toe is.”
Al reflecterend op het bijzondere enquêteresultaat viel het kwartje. Als al zo veel op chauffeurs gerichte verkeerscampagnes waren mislukt, was het dan niet de hoogste tijd voor een campagne waarin nu eens niet de bestuurder, maar diens bijrijder centraal zou staan? Gewoon een stoere knul of meid die zegt waar het op aankomt: Doe normaal.”
„Als vrienden je ergens op wijzen, neem je het sneller aan”, zo omschrijft Boersma een tweede voordeel. „Als mijn vader onder het rijden zegt: Let eens op, dan denk ik gelijk: Nou pa, je rijdt zeker liever zelf.”
Eenmaal uitgedacht over de rolverdeling volgde de uitwerking van het filmpje eigenlijk vanzelf. Morgen moet blijken of de jury –bestaande uit onder anderen hoogleraar verkeerspsychologie Brookhuis en officier van justitie Spee– de scènes met de opmaakspullen en de waarschuwende medepassagiers zo waardeert dat het Groningse team ervandoor gaat met de eerste prijs.
Eén minpuntje van hun nominatie kan Boersma zelf al noemen: omdat de chauffeur en haar passagier beiden dames zijn, is de productie er een beetje een geworden van dames voor dames. „We moesten het filmpje niet alleen verzinnen, maar ook zelf spelen. En in het team zaten alleen vrouwen, vandaar. Maar als we morgen eerste worden, is het concept zo aan te passen. In plaats van een vrouw met een poederdoos gewoon een jongen achter het stuur die denkt dat hard rijden stoer is.”
Enthousiast schetst Boersma hoe die knul ervan langs zal krijgen. „Van een meisje, ja.”