Abou Jahjah is weer terug naar België
Wolf (I)
Abou Jahjah is weer terug naar België. Zaterdag sloot hij zijn succesvolle tournee door ons land af. De grote vraag zal nu zijn of de Nederlandse afdeling ook zonder zijn aanwezigheid voldoende weerklank zal vinden. Want dat de Arabisch-Europese Liga (AEL) het voor een belangrijk deel moet hebben van het charisma van deze man, is overduidelijk.
Door sommigen is hij al vergeleken met Pim Fortuyn. Diens beweging blijkt zonder hem een zieltogend bestaan te leiden. Zal het de AEL in Nederland ook zo vergaan?
Er is nog een andere parallel met Pim Fortuyn. Over hem werd, ook door de intellectuele elite, zeer verschillend geoordeeld. Dat geldt ook voor Jahjah. De vergrijsde eminentie Van Mierlo noemde hem een briljant iemand. De veelgevraagde radio- en tv-commentator Maarten van Rossum roemde zijn welsprekendheid en vindt hem een begaafd politicus. Anderen loven hem vanwege zijn strijdbaarheid en analyses. Ook is er veel bewondering voor zijn gave lastige klippen te omzeilen en gerichte aanvallen te pareren.
VPRO-journalist Stan van Houcke beschouwt hem als een handige populist die de trucjes toepast van studentenleiders uit de jaren zestig. „Die riepen bijvoorbeeld dat alle fabrieken aan het volk moesten. Volkomen onhaalbaar maar het klonk leuk. Jahjah vertelt wat zijn achterban denkt en graag wil horen.”
Wolf (II)
De scherpste kritiek kwam tot nu toe van Joodse zijde. Het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) karakteriseert Jahjah als „een extremist.” Ook de Joodse jongerenorganisatie CiJO maakt zich erg ongerust over Jahjah en de beweging die hij in gang weet te zetten. „Een haatcampagne”, fulmineren de jongeren.
Nog harder in zijn oordeel is prof. dr. B. Smalhout. In zijn column in De Telegraaf van zaterdag adviseert hij de lezers te leren van de geschiedenis. „De tactiek van Abou Jahjah is grotendeel dezelfde als die van de Duitse nazi-horden in de jaren dertig. Straatterreur, de Hitler Jugend als nazi-variant van de padvinderij, het overschreeuwen van politieke opponenten, buitenparlementaire actie, geroutineerde sprekers met een voor de massa’s bedwelmend charisma.”
Wie Jahjah niet meteen de voet wil dwars zetten, moet volgens Smalhout straks niet klagen als wij in eigen land niets meer te vertellen hebben en dat we straks sinterklaas moeten gaan inruilen voor het suikerfeest.
Oud-minister Van Boxtel van Integratie neemt de vergelijking met de nazi’s niet over maar gaat toch ook heel ver in zijn kritiek. „Een wolf in schaapskleren”, noemt hij Jahjah. Hij verdenkt hem dus van een dubbele agenda. „We hebben er eeuwen over gedaan om tot een volwassen democratie te komen en die laten we ons niet afpakken”, geeft hij de AEL-leider te verstaan. Dat Jahjah opkomt voor de moslimgemeenschap vindt Van Boxtel prima, maar niet dat hij de „Arabische belangen” en invoering van de sharia (islamitische wetgeving) bepleit.
Wolf (III)
Een reactie die afzonderlijke aandacht verdient, is die van PvdA-kamerlid Albayrak. Deze scherpzinnige politica, die van Turkse afkomst is, verwijt Jahjah dat hij het Palestijns-Israëlische conflict misbruikt om bij de moslimgemeenschap in ons land te scoren.
Jahjah verwerpt die beschuldiging en zegt dat de opvattingen van de AEL over de buitenlandse politiek slechts een klein onderdeel vormen van het programma van zijn organisatie. Hij vertelt er niet bij dat hij bij de moslimgemeenschap in Europa veel meer punten binnenhaalt met de mening dat Israël ontmanteld moet worden dan met een pleidooi de verkoop van alcohol aan banden te leggen.
Opvallend is ook dat Jahjah vanuit het Nederlandse publiek zo weinig tegenspel kreeg toen hij zijn voorstel lanceerde Israël als geografische eenheid te laten bestaan maar als staat te laten opgaan in één grote Arabische federatie. Waarom vroeg niemand hem toen hoe lang het volgens hem zal duren voordat de Joodse inwoners van Israël massaal het slachtoffer zullen worden van de virulente en collectieve haat in de Arabische wereld?
Wolf (IV)
Flauwtjes was ook het tegenspel vrijdagavond in De Balie in Amsterdam. Dat was opmerkelijk, want het publiek dat zich hier had verzameld, werd geconfronteerd met schokkende uitspraken van de moslimleider. Zo presteerde Jahjah het om anti-islamitische en antisemitische uitlatingen op één lijn te plaatsen.
Het ging over VVD-kamerlid Hirsi Ali. Zij mocht haar anti-islamitische gevoelens de vrije loop laten zonder dat er protesten van Nederlandse kant kwamen. Dat zou naar de mening van Jahjah anders zijn geweest als zij zich anti-Joods had uitgelaten.
Discussieleider en literator Michaël Zeeman probeerde hem nog te corrigeren door te wijzen op de historische context (de holocaust), maar dat was voor Jahjah geen enkele reden om in te binden. Sterker nog, hij deed er een schepje bovenop. „Vervang in de krantenartikelen het woord moslim door het woord Jood en je krijgt een betoog van Hitler.”
Het is demagogie van het zuiverste water. Hirsi Ali keerde zich tegen een godsdienst. Zij wil de islam bestrijden. Hitler keerde zich niet tegen een godsdienst maar tegen mensen. Joden mochten er volgens hem niet zijn. Hij ontzegde hun een plaatsje onder de zon.
Als Jahjah dat terugbrengt tot een strijd tegen religie, ontkent hij daarmee de ware aard van het antisemitisme. In De Balie was niemand die hem hierop aansprak. Zo kon en kan hij met dit soort gevaarlijke woordspelletjes ongehinderd de islamitische massa mobiliseren. Inderdaad, een wolf in schaapskleren.