Arts moet dood baby bij justitie melden
Er komt geen toetsingscommissie waar artsen levensbeëindiging van pasgeborenen kunnen melden. Dat heeft het kabinet besloten.
Het vorige kabinet wilde zo’n commissie instellen, in de hoop dat artsen dan vaker zouden melden. Nu doen ze dat nauwelijks.
Als een arts een einde maakt aan het leven van een baby die ernstig en uitzichtloos lijdt, moet hij dat volgens de huidige procedure melden bij het openbaar ministerie. Dat moest hij voorheen ook bij „gewone” euthanasie, maar dat hoeft nu niet meer. De betreffende arts kan nu volstaan met een melding bij de toetsingscommissie.
Pasgeborenen zijn wilsonbekwaam en vallen niet onder de euthanasiewetgeving. Daarom wilde het kabinet-Kok II een aparte toetsingscommissie instellen. Het doden van ernstig zieke pasgeborenen zou dan niet meer onder het strafrecht vallen.
Dat gaat staatssecretaris Ross van Volksgezondheid en minister Donner van Justitie te ver. Ze vinden dat het OM altijd bij deze zaken betrokken dient te worden.
Vorig jaar zijn geen meldingen van levensbeëindiging bij pasgeborenen binnengekomen bij het OM, in 2001 drie. Als dat komt doordat artsen weigeren te melden, zou mr. J. de Wijkerslooth, de hoogste baas van het OM, dat „uitermate beangstigend” vinden, omdat er dan dingen gebeuren waarop geen controle mogelijk is.
Uit onderzoek in 1995 blijkt dat artsen jaarlijks in overleg met de ouders bij enkele tientallen ernstig zieke baby’s besluiten tot opzettelijke levensbeëindiging. Het vorige kabinet meende dat artsen vaker zouden melden als er een toetsingscommissie zou komen, maar schoof de beslissing door naar een volgend kabinet.
Overigens blijkt een soortgelijke wijziging bij „gewone” euthanasie de bereidheid om te melden helemaal niet te vergroten. Eerder loopt het aantal gemelde gevallen van euthanasie terug.
Staatssecretaris Ross zegt „uiteraard” voorstander te zijn van openheid maar ziet geen taak voor een commissie. Ze zegt ervan uit te gaan dat het OM niet zomaar tot vervolging overgaat. In de praktijk hebben artsen die zorgvuldig handelen, niets van het OM en de rechter te duchten.
Zo zijn de drie zaken uit 2001 geseponeerd. Er is vaste rechtspraak die aangeeft dat een arts die zich houdt aan een aantal richtlijnen, wordt vrijgesproken.
De artsenorganisatie KNMG is teleurgesteld dat het kabinet geen toetsingscommissie wil instellen. Volgens de organisatie zou zo’n commissie ertoe leiden dat dergelijke gevallen van levensbeëindiging eerder worden gemeld.