Onschendbaarheid en verantwoording
Had het kabinet de affaire rond prinses Margarita kunnen en moeten voorkomen? Twee staatsrechtgeleerden over de ministeriële verantwoordelijkheid in de constitutionele monarchie. „Er had veel eerder moeten worden ingegrepen”, vindt dr. J. P. Rehwinkel. „Ik zie niet hoe het beter had gekund”, meent prof. mr. dr. A. K. Koekkoek.
De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. Die gulden basisregel, die in Nederland de monarchie verbindt met de parlementaire democratie, kunnen de oud-kamerleden Koekkoek (CDA) en Rehwinkel (PvdA) wel dromen. Als geen ander weten zij welke zware verantwoordelijkheid de ministerraad draagt wanneer een of meer leden van het Koninklijk Huis in opspraak raken. Het landsbelang komt dan al gauw om de hoek kijken, vooral wanneer de kwestie betrekking heeft op het staatshoofd zelf.
De vraag is dus gerechtvaardigd of de politiek het uit de hand lopen van de familievete tussen prinses Margarita en haar man Edwin de Roy van Zuydewijn aan de ene kant, en de Koningin, haar zoons en haar staf aan de andere, had kunnen en moeten voorkomen. Die vraag raakt in de eerste plaats de achtereenvolgende ministers-presidenten Kok en Balkenende. Zij zijn het immers die de afgelopen jaren de hoofdverantwoordelijkheid droegen voor de politieke en publieke bescherming van het Koninklijk Huis.
„Kabinet en premier horen in te staan voor het aanzien van het Koninklijk Huis”, vindt Rehwinkel. „Dat houdt ik overeind, ook al ben ik zelf ten principale zeer kritisch over de monarchie.”
„De ministers, met de minister-president voorop, horen de Koningin te verdedigen”, stelt zijn collega Koekkoek, die veel opheeft met de monarchie en in het bijzonder het Huis van Oranje. „De Koningin kan dat zelf niet. Het zijn de ministers die de taak hebben de schade aan de monarchie zo veel mogelijk te beperken.”
Bij hun zoektocht naar een staatsrechtelijk en politiek verantwoorde reactie op de vraag of de affaire rond Margarita voorkomen had kunnen en moeten worden, gaan de wegen van Koekkoek en Rehwinkel echter snel uiteen. Interessant is daarbij dat de scheiding niet langs politieke lijnen loopt. PvdA’er Rehwinkel is kritisch over zowel de rol van zijn partijgenoot Kok, als over het optreden van de christen-democraat Balkenende in de afgelopen weken. CDA’er Koekkoek neemt het juist voor beide ministers-presidenten op.
Te laat
Volgens Rehwinkel hebben kabinet en Kamer van de zaak-Margarita te laat een politieke kwestie gemaakt. „Beiden hebben zich aanvankelijk te formeel opgesteld. Inmenging van de politiek in deze familieruzie zou, zo meende men, gevaarlijk en onwenselijk zijn. Maar de beschuldigingen waren, al meteen in het begin, zo hard en vergaand dat ze politici noodzaakten actie te ondernemen. Het ging nota bene om beschuldigingen van wetsovertredingen. Mensen zoals directeur Rhodius van het kabinet der Koningin, die volgens Margarita opdracht zou hebben gegeven om bankafschriften te kopiëren, hadden in bescherming genomen moeten worden.”
Dat premier Balkenende pas zo laat in actie is gekomen, maakt een vreemde indruk, meent Rehwinkel. „Nu de directeur van de RVD regelrecht getroffen wordt en de zaak in NOVA is geweest, komt de premier in het geweer. Dit moet weerlegd worden, vindt Balkenende, want het is allemaal onwaar. Maar waren eerdere beschuldigingen, bijvoorbeeld tegen de directeur van het kabinet der Koningin, geuit in HP/De Tijd en Der Stern, dan wel waar? Hoefden die niet weerlegd te worden?”
Zijn verwijten raken niet alleen de premier, benadrukt Rehwinkel. „Ze raken net zo goed de Kamer. In mijn ogen heeft ook die zich te formeel en afwachtend opgesteld.”
Publieke kwestie
Koekkoek is het niet met Rehwinkel eens dat het kabinet te laat heeft gehandeld. „Deze hele kwestie was in eerste instantie een aangelegenheid van de koninklijke familie”, aldus de Tilburgse hoogleraar. „De premiers Kok en Balkenende hebben terecht besloten zich er niet in te mengen. De ministeriële verantwoordelijkheid gaat niet over interne familieaangelegenheden. Kok kon zich niet zomaar gaan bemoeien met de weerstand in de Oranjefamilie tegen het huwelijk van prinses Margarita met Edwin de Roy van Zuydewijn.”
Dat premier Balkenende afgelopen woensdag plots een andere koers ging varen -hij mengde zich via een mondelinge verklaring in de affaire-, kan Koekkoek billijken. „Je zit met het probleem dat er op een gegeven moment steeds meer over de zaak naar buiten wordt gebracht. Dat gebeurde met name door prinses Margarita in interviews met HP/ De Tijd en Der Stern, maar vooral ook via het televisie-interview bij NOVA. Dan komt het moment dat het een publieke kwestie is en dat je wel moet reageren.”
Koekkoek vindt het eenvoudig te verklaren waarom dat moment aanbrak na het NOVA-interview en niet eerder, na de eerste publicaties in HP/De Tijd. „Een blad als HP/De Tijd heeft een oplage van 100.000, naar dat tv-interview keken ongeveer 2 miljoen mensen. Zoiets heeft een veel grotere impact. Daarbij gebruikte prinses Margarita voor de televisie zware termen zoals machtsmisbruik. Ik heb erop gewezen dat het niet ondenkbaar is dat zoiets leidt tot strafrechtelijke vervolging wegens majesteitsschennis.”
Wat vindt u specifiek van de rol van Kok? Als hij ingegaan was op het verzoek van Edwin en Margarita om te bemiddelen had de huidige schade aan de monarchie mogelijk voorkomen kunnen worden.
Koekkoek: „Ik vind nog steeds dat premier Kok correct gehandeld heeft. Hij werd door het echtpaar geconfronteerd met een familiekwestie en daar lag voor hem niet een directe taak. Ik vraag me af wat hij anders had moeten doen dat zich afzijdig houden. Had hij opzij moeten gaan voor de dreigementen dat prinses Margarita en haar man anders de media zouden opzoeken? De minister-president kan zich natuurlijk niet laten chanteren.”
Rehwinkel: „Kok had kunnen bemiddelen en ik vind dat het nu alsnog moet gebeuren. Enkele weken geleden heb ik dat nog voorgesteld, maar dat werd toen weggehoond. Balkenende kon rustig gaan slapen, meenden velen. „En wie zou dan wel moeten bemiddelen?” spotte Elsbeth Etty in NRC Handelsblad. „Kofi Annan soms? Of Nelson Mandela?” Maar de huidige ontwikkelingen hebben mij alleen maar gesterkt in de gedachte dat bemiddeling in een vroeg stadium toch niet zo gek geweest zou zijn. Wellicht hadden de juridische stappen die sindsdien genomen zijn, erdoor voorkomen kunnen worden.”
Wat vindt u verder van de handelwijze van het vorige kabinet?
Rehwinkel: „Ik verbaas me er nu al een paar weken over dat Carlos Hugo de Bourbon de Parme blijkbaar beschikte over gegevens uit een dossier van de sociale dienst van Amsterdam, gegevens waarover hij in principe niet kon beschikken. Dat zijn toch dingen die meteen de serieuze aandacht van de politiek verdienen. Even vreemd zijn de verklaringen die de regering hierover naderhand heeft afgelegd.”
Koekkoek: „Ik heb moeite met de rol die minister De Vries van Binnenlandse Zaken in het vorige kabinet heeft gespeeld. Zijn secretaris-generaal heeft vorig jaar ten onrechte laten weten dat de BVD geen onderzoek had ingesteld naar De Roy van Zuydewijn. Dat is toch vreemd: het gaat om een familierelatie van de Koningin en je vraagt het niet even heel precies na bij de BVD. Dat vind ik verwijtbaar. De huidige minister zal moeten aangeven waarom het zo kon lopen. Bovendien moeten er betere afspraken komen voor de toekomst. Bijvoorbeeld dat de Koningin altijd de minister-president inschakelt als ze gebruik wil maken van de diensten van de BVD.”
Is dat niet het onder curatele stellen van de Koningin?
„De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. Maar dan moeten ze die verantwoordelijkheid wel waar kunnen maken.”
Kan de affaire volgens u uitmonden in een staatsrechtelijke crisis?
Rehwinkel: „Ik ben niet iemand die zo snel van een crisis spreekt. Maar ik zou het zeer ernstig opnemen als het waar zou zijn dat verantwoordelijken in deze zaak tegen de regels in hebben gehandeld.”
Koekkoek: „Ik denk dat het kabinet in de Kamer zal komen met een goede uitleg van de situatie. Verder hoop ik dat prinses Margarita en Edwin stoppen met hun aantijgingen, want dat dit schade oplevert voor de monarchie, dat staat wel vast.”