Christelijk Weekblad / Kerkblad
Christelijk Weekblad
„Schuld en boete, maar vergeving, een nieuw begin? Ho maar.” In het Christelijk Weekblad (nieuws- en opinieblad voor gelovig Nederland) beschrijft Jan van Butselaar de erfenis van de secularisatie.„Secularisatie: God van zijn troon en de mens erop. Met dan nog vaak het idee erbij dat de mens met die troon ook zijn almacht had overgenomen. Tja.
Zo’n vijftig jaar geleden, toen het beest (dat er natuurlijk al langer was maar aardig in toom gehouden werd door een kerk die niet benauwd was met de waarheid voor de dag te komen) zijn kop begon op te steken, vonden we het allemaal nog niet zo bedreigend. Sterker nog, we vonden secularisatie een logisch gevolg van christelijk geloof. Want door dat geloof was de natuur onttoverd, zaten God en Geest niet meer in bomen en rivieren zoals we dachten toen we nog heidenen waren. Dus we konden onze gang gaan, we konden onze eigen beslissingen nemen waar het onze leefomgeving, ons leven betrof. (…)
Wat is de erfenis van het secularisatiebeest dat ons zoveel op de mouw heeft gespeld? Er is goeds te noemen, zoals de aandacht voor de mens als individu; dat heeft geholpen om mensenrechten op de agenda van de wereld te krijgen. Maar het heeft de wereld, onze wereld, van nog veel meer beroofd.
Om maar één gevolg ervan te noemen dat mij steeds weer opvalt is het feit dat ”vergeving” uit de menselijke woordenschat is geschrapt. Schuld, daar weten we alles van. Elke dag brengen de media ons een nieuwe lading schuldigen: die heeft te veel gedeclareerd, die gaat een huis bouwen in een arm land, die heeft onterecht een oorlog ondersteund. Elke dag nieuwe namen, in eigen land, verderop in de wereld. Schuld… en boete, dat ook. Ze zullen betalen, ze zullen hangen! Vervolgens maken leedvermaak, afgunst en haat zich breed. Wantrouwen gaat relaties beheersen: waar doet die het van? Het zijn allemaal boeven, daar in de Schilderswijk/Den Haag/Rotterdam/Brussel/Washington (doorhalen hetgeen niet gewenst). Schuld en boete, maar vergeving, een nieuw begin? Ho maar.”
Kerkblad
„De kerk is goud waard”, zo kwam recent naar voren uit een rapport van onderzoeksbureau Kaski. In het hersteld hervormde Kerkblad gaat ds. P. C. Hoek op die woorden in.
„Omgerekend naar manuren, of moet ik schrijven mensuren, gaat het wel over 400 miljoen. Dat is serieus geld. Nu moet de lezer in deze woorden geen cynisme proeven. Wel verbazing met een knipoog. Ook ondergetekende is van mening dat de vrijwillige hulp waar de kerk gestalte aan mag geven van groot belang is. Het is de roeping van de kerk –Mattheüs 25– en niets minder dan dat.
Wat dat betreft kan ieder van ons zichzelf erop bevragen of en in hoeverre wij aan deze roeping gevolg geven. Te vrezen is dat wij meer in de greep van het geld zijn dan we zelf soms doorhebben. De vraag wat onze prestatie „schuift” ligt ons vaak voor in de mond. De onbaatzuchtigheid van de barmhartige Samaritaan stemt tot nadenken. En dit getuigenis-met-de-daad kon wel eens steeds belangrijker worden in een samenleving die als zodanig hoe langer hoe meer van de christelijke traditie vervreemdt.
„Het leven van de christen is vaak de enige bijbel die mensen nog lezen”, zo las ik eens. Dat is een waarheid. En het is te wensen dat het genoemde getuigenis eraan bijdraagt dát de kerk meer en meer in beeld komt; niet alleen bij de overheid maar ook bij onze medeburgers.
Anders en beter gezegd: het is te wensen dat daarmee de God van de Bijbel meer en meer in beeld komt. Want: het echte goud van de kerk zit niet in de vele vrijwilligersuren die zij genereert… Het echte goud is te vinden in het Woord dat in de kerk, als het goed is, heerschappij voert. Het Woord dat zij koestert als de schat van het hart. Het Woord als de bron waarbij de kerk bedelt en waaruit ze leeft. God tot lof.
Dat is haar eerste roeping immers? Niet om er voor de wereld te zijn, maar om er voor haar Koning te zijn. Al houdt dat, in gehoorzaamheid aan Hem, een roeping in met het oog op de wereld. Deze schat is het mensdom meer waard, zo zingt Psalm 19, dan het fijnste goud op aard; niets kan haar glans verdoven. Dat is het beste goud, dat de kerk voor de wereld heeft.”