„CWI’s niet slagvaardig bij oplopende werkloosheid”
De Centra voor Werk en Inkomen (CWI’s) zijn niet slagvaardig genoeg om de oplopende werkloosheid het hoofd te kunnen bieden. Ook melden werkgevers nog geen vijfde deel van hun vacatures bij de voormalige arbeidsbureaus. Dat moet minimaal 40 procent worden, en liever nog de helft.
Dat zei voorzitter J. van Zijl van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) zaterdag in Zeewolde bij de presentatie van een zogeheten Vacatureoffensief aan minister De Geus van Sociale Zaken. „De Centra voor Werk en Inkomen komen nu nog onvoldoende uit de verf”, aldus de RWI-voorzitter.
Volgens het Vacatureoffensief hebben de CWI’s 400 extra werknemers nodig om de oplopende werkloosheid op te vangen. Dit vergt een investering van 27,5 miljoen euro. „De kosten gaan voor de baten uit”, stelt Van Zijl. Volgens hem zal het sneller aan het werk helpen van werkzoekenden de overheid op zijn minst 40 tot 50 miljoen euro aan uitkeringslasten besparen.
Werkgevers hebben volgens Van Zijl momenteel onvoldoende vertrouwen in de voormalige arbeidsbureaus. „Dat komt doordat de werkgevers nog de tijden van hoogconjunctuur vers in het geheugen hebben en zij via het CWI alleen maar moeilijk bemiddelbaren, de werkzoekenden met een vlekje, aangeboden kregen.”
Door de oplopende werkloosheid schrijven echter ook weer veel goed opgeleide ontslagen werknemers zich bij de CWI’s in voor een uitkering en een nieuwe baan. „Nu de vacatures nog”, stelt de voorzitter van de raad, waarin gemeenten, werkgevers- en werknemersorganisaties zitting hebben.
Om de circa 130 CWI’s slagvaardig te laten opereren, moet er volgens de RWI een aparte werkorganisatie worden ingericht, die werkgevers garandeert binnen drie werkdagen te worden geholpen bij het vervullen van hun vacatures.
Van Zijl: „Nu merken we dat werknemers bij de CWI’s veel te druk zijn met het inschrijven van werkzoekenden en niet toekomen aan het vervullen van vacatures.”
Behalve de 400 extra werknemers waarvoor het RWI pleit, zouden ook de centra zelf 400 mensen vrij moeten maken voor het vervullen van vacatures. Hierdoor moet binnen een jaar het aantal door de CWI’s vervulde vacatures minimaal verdubbelen tot 65.500 en wellicht stijgen tot 80.500.
Om werkgevers over de streep te trekken om de diensten van de voormalige arbeidsbureaus meer te gebruiken, zouden de CWI’s ook moeten gaan samenwerken met uitzendorganisaties.
Verder stelt het RWI voor een meldpunt op te richten voor „met werkloosheid bedreigden” en schoolverlaters. Zo kan snel worden bekeken of werknemers die, bijvoorbeeld als gevolg van reorganisaties, hun baan dreigen te verliezen, snel op een vacature geplaatst kunnen worden. „Op die manier kunnen eveneens uitkeringslasten worden bespaard.”