Na ruim tien jaar en drie drukken wilden de eindredacteur en de uitgever (Boekencentrum, Zoetermeer) de inhoud van het handboek updaten. In de vierde druk is een aparte paragraaf gewijd aan het charismatisch pastoraat. „In de voorgaande uitgaven kreeg dit (te) summiere aandacht”, aldus redacteur Van der Meulen. Hij belicht dit onderwerp in zijn bijdrage in het boek. Twee thema’s behoren volgens hem tot de kern van het charismatisch pastoraat: genezing en bevrijding.Van der Meulen zegt dat door „niet weinigen” wat kopschuw naar de charismatische beweging gekeken wordt. „Een calvinist is altijd bang voor dopers radicalisme en geestdrijverij. Terecht, maar de charismatische beweging brengt ook wezenlijke zaken naar voren die de officiële kerken in theologie en praktijk vaak veronachtzaamd hebben.” Hij wijst op de bezinning op de verhouding tussen schepping en herschepping en de dienst der genezing.

De herziene uitgave –in paperback en met een lagere verkoopprijs– bevat ook een afzonderlijke verhandeling van Van der Meulen over het ”contextueel pastoraat”, dat vooral gericht is op de verbondenheid van de generaties. „Geen geslacht schept zichzelf en alleen door in de lijn der geslachten te staan kan iemand ‘zichzelf’ worden.”

Het handboek telt verder bijdragen van dr. A. Noordegraaf (de pastorale gemeente), dr. A. Baars (de pastorale werker en het (huis)bezoek), drs. M. A. de Ronde (het pastorale gesprek), dr. L. M. Vreugdenhil (pastoraat rond huwelijk en seksualiteit), drs. M. A. Th. van der Kooi-Dijkstra (pastoraat bij rouw), dr. W. H. Velema (spiritualiteit en gemeente) en dr. E. S. Klein Kranenburg (Bijbel en gebed in het pastoraat).