Het echtpaar Reeders hielp tijdens de Tweede Wereldoorlog het Joodse echtpaar Gimnicher-Hirsch. Het echtpaar Gimnicher werd in 1942 verraden toen het in een vakantiehuisje in Voorthuizen verbleef. Via contacten in het verzet kwamen ze bij het gezin Reeders terecht. André en Aaltje Reeders woonden aan de Heiligenbergerweg 91 in Amersfoort. Ze hadden vijf kinderen. Naast hen, op nummer 89, woonde de oude moeder van André Reeders. Zij had een volledig ingerichte woning voor zichzelf.Het echtpaar Gimnicher kreeg ruimte op de zolder van nummer 91. Hun eten werd op de trap gezet. Op stille momenten konden ze het eten daar zelf weghalen. Aangezien er alleen bonkaarten waren voor de familie Reeders, zou er een tekort aan eten kunnen ontstaan. Al het eten werd echter met het Joodse echtpaar gedeeld.

Overdag waren de Gimnichers boven op zolder en ’s avonds kwamen zij naar beneden. Doordat er slechts één kamer verwarmd werd, kwamen zij in de winter vaker beneden, omdat het boven dan te koud was.

De oude mevrouw Reeders, die naast het gezin woonde, kwam soms voor de maaltijden bij haar zoon en zijn gezin. Zij overleed in 1944. Soms, bij razzia’s, werden de Gimnichers op de zolder van nummer 89 ondergebracht. Gelukkig werd het huis nooit doorzocht, omdat de kinderen Reeders tegen de Duitsers zeiden: „Die alte Dame ist krank.” Na de oorlog bleven de Gimnichers nog maanden bij de Reeders.

Na het overlijden van het echtpaar Reeders vond hun zoon Bert bij het opruimen van het huis allerlei documenten en brieven die betrekking hadden op de onderduikperiode van het echtpaar Gimnicher.