Het epicentrum van de beving woensdag, met een kracht van 6,0 op de schaal van Richter, lag circa 60 kilometer ten zuidwesten van de Haïtiaanse hoofdstad Port–au–Prince. Bewoners van gebouwen die de beving van vorige week hadden overleefd, vluchtten in paniek de straat op.De aardbeving die het land een week geleden trof, had een kracht van 7.0. Sindsdien werd Haïti getroffen door een serie naschokken. Die van woensdag was veruit de krachtigste.

Het is nog onduidelijk of er nu slachtoffers zijn gevallen en of er opnieuw schade is aangericht. Veel slachtoffers van de eerste aardbeving slapen nog steeds op straat omdat ze bang zijn dat de getroffen gebouwen en huizen instorten.

De beving van vorige week heeft volgens schattingen tussen de 100.000 en 200.000 mensen het leven gekost. De infrastructuur van het toch al straatarme land is compleet verwoest. Rond een miljoen mensen raakten dakloos.

Haïti moet daarom op lange termijn worden herbouwd met behulp van een soort Marshallplan. Dit zei woensdag de chef van het Internationaal Monetair Fonds, Dominique Strauss–Kahn. Hij meent dat er „iets heel erg groots" nodig is om het land weer op de been te helpen.

Strauss–Kahn zinspeelde op een soortgelijke aanpak als de Amerikaanse hulp die het door de oorlog verwoeste westen van Europa van 1948 tot 1952 kreeg. Het Europese Herstelprogramma, zoals het eigenlijk heette, kreeg al snel de naam van initiatiefnemer George Marshall (1880–1959), destijds minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten.

Op korte termijn moet in ieder geval de belangrijkste haven van Haïti worden hersteld. Dat meldde de Amerikaanse minister van Defensie, Robert Gates, woensdag. De haven van Port–au–Prince werd zwaar getroffen door de aardbeving van vorige week. Gates heeft een aantal schepen naar de haven gestuurd om die op te knappen en puin te ruimen. Dat moet binnen twee weken gebeuren, aldus de minister.

De haven speelt een cruciale rol bij de hulpoperatie. Hulpgoederen arriveren op dit moment vrijwel alleen via transportvliegtuigen in Haïti. De capaciteit van het vliegveld van Port–au–Prince is te klein voor grootschalige transporten.

Te midden van alle treurnis is er soms ook goed nieuws. Zo zijn er de afgelopen week 121 mensen levend onder het puin vandaan gehaald in Haïti. Dat hebben de Verenigde Naties woensdag laten weten. Bijzonder en volgens velen in het land een goddelijk wonder was het verhaal van een bejaarde vrouw die uit de ingestorte kathedraal van Port–au–Prince werd gered. Anna Zizi, die volgens haar zoon 69 of 70 jaar oud is, zong toen reddingswerkers haar een week na de verwoestende aardbeving onder het puin vandaan haalden. Volgens zoon Maxime Janvier heeft de familie Zizi veel gebeden voor de redding.