„De prijs van een oorlog in Irak is te hoog”
Iraakse asielzoekers in Nederland zitten in een spagaat. Ze willen niets liever dan dat agressor Saddam Hussein het veld ruimt. Tegelijkertijd deinzen ze terug voor een oorlog. „De prijs voor gewone burgers in ons vaderland is te hoog.”
Ruim tien jaar geleden ontmoette Khalid Lagab Saddam Hussein in eigen persoon. De Iraakse dictator bracht een bezoek aan Lagabs werkplek in Bagdad. Lagab ontwierp plannen voor militaire complexen en wapenfabrieken. „Ik was bang tijdens dat bezoek”, blikt de Irakees in zijn huis op het asielzoekerscentrum in Zeewolde op de bewuste ontmoeting terug. „Ik vreesde dat Saddam Hussein niet tevreden zou zijn met mijn werk. Ik was bang om iets verkeerds te zeggen. Ik lette heel scherp op mijn woorden.”
Om uit handen van de dictator te blijven, besloten Khalid, zijn vrouw en drie kinderen (nu 5, 15 en 18 jaar) in 1999 Irak te ontvluchten. Sindsdien verblijven ze in asielzoekerscentra in Nederland.
Met angst en beven volgt de familie deze weken de berichten over een dreigende oorlog in Irak. In Bagdad hebben ze verschillende familieleden wonen.
Een oorlog is niet het juiste middel om Saddam Hussein te verdrijven, denken de Iraakse asielzoekers. „De tol die de gewone Iraakse burgers moeten betalen, is te hoog”, zegt vader Lagab. „Nu hebben de mensen in Irak het al erg moeilijk, maar velen overleven tenminste nog. Bij een oorlog wordt het lijden nog groter.”
Moeder Lagab: „Waar moeten de mensen heen als hun huizen worden gebombardeerd? Waar halen ze eten, water en elektriciteit vandaan? Kortgeleden belde mijn moeder vanuit Amerika naar mijn broer in Bagdad. Hij zei dat iedereen maar voor zichzelf moet zorgen. Nu al is er weinig hout en voedsel. Er dreigen infectieziekten uit te breken. Mijn broer vertelde dat er moeilijk gezuiverd water is te krijgen. In de straten graven mensen zelf putten om water te bemachtigen. Als er oorlog uitbreekt, wordt die situatie nog veel ernstiger.” Vader Lagab: „De afgelopen 25 jaar zijn er al zo veel Irakezen in de oorlogen in Iran en Koeweit omgekomen. Moeten er dan opnieuw duizenden slachtoffers vallen?”
Hoewel de Lagabs tegen een oorlog zijn, staat voor hen buiten kijf dat Saddam Hussein van zijn troon gestoten moet worden. De internationale gemeenschap zal daarom een vuist moeten maken, denkt vader Lagab. „De internationale gemeenschap zal Saddam Hussein onder grote druk moeten zetten. Ook de Arabische buurlanden, en landen als Frankrijk en China, zullen mee moeten doen. Dit is het moment. De druk moet worden opgevoerd. Of Saddam Hussein stapt op of er komt oorlog. Irak vormt immers een bedreiging voor de wereldvrede.”
Dat Saddam Hussein een zeldzame schurk is, is voor Lagab boven iedere twijfel verheven. „Hij zal massavernietigingswapens hebben of ze in ieder geval willen ontwikkelen. Zijn regime en zijn manier van leven bestaan uit vernietiging en bloedvergieten.”
Moeder Lagab: „Saddam Hussein is een man als Hitler. Als je het niet met hem eens bent, kan het heel slecht met je aflopen. De eerste twee maanden in Nederland keek ik voortdurend om me heen. Ik was erg bang dat mensen van de Iraakse inlichtingendienst me zouden volgen.”
Te vrezen is dat na de val van het regime in Irak een burgeroorlog uitbreekt, schetsen de Lagabs. Vader: „Diverse bevolkingsgroepen kunnen slaags met elkaar raken. Irak is als een tijdbom. Voordat je het weet, spat hij uit elkaar.”
De Iraakse asielzoekers, zelf rooms-katholiek, vragen zich af of de positie van de kleine christelijke minderheid er beter op zal worden na een oorlog. Vader Lagab: „De kans bestaat dat moslims christenen aan gaan vallen. Ze denken dat de christenen bondgenoten zijn van Amerika.” Moeder Lagab: „Na de Golfoorlog wilde een christelijke Iraakse vrouw een brood kopen. De islamitische bakker stuurde haar de winkel uit en zei: „Ga jij maar naar Bush. Hij geeft je een brood.””
Gevraagd naar zijn opvatting over de Amerikaanse president Bush moet vader Lagab even glimlachen. Van hem zul je geen felle anti-Amerika-geluiden horen. „Dat het Amerika om de olie te doen zou zijn, wil er bij mij niet in. Na de aanslagen van 11 september 2001 is voor Amerika een harde tijd aangebroken. Bush wil zijn land beschermen. Hij zou alleen wel meer geduld moeten hebben.”
Om veiligheidsredenen is de naam Lagab gefingeerd.