„Voodoo Haïti is geen sprookjesbos”
Ook al is de grote kathedraal van de hoofdstad ingestort, Haïti blijft een religieus land. De protestantse kerken maken juist de laatste twintig jaar een sterke groei door. Maar ook het Afrikaanse heidendom is nog springlevend.
„Als je op zondag in Haïti over straat gaat, zie je tienduizenden kerkgangers”, vertelt de Nederlandse ontwikkelingswerker Ad de Blaeij vanuit Port-au-Prince. „De mensen staan zelfs aan de deur van de kerk te luisteren.”Wat Els Hortensius –medewerker van ICCO/Kerk in Actie– in Haïti altijd opvalt is de vrolijkheid die de kerkgangers uitstralen. „Iedereen ziet er op zijn paasbest uit, met felgekleurde kleding. In de diensten is er ook veel zang en dans.”
Vanouds hanteren deskundigen een 80-20-verhouding voor rooms-katholieken en protestanten in Haïti. Het roomse geloof werd aan de slaven opgedrongen door de Franse en Spaanse kolonisators.
Iedereen noemt echter ook de groeiende protestantse kerken. In toenemende mate zijn dit evangelicale –dus Bijbelgetrouwe– groepen uit de Verenigde Staten. Hortensius: „Dit betreft traditionele protestanten zoals baptisten, methodisten en anglicanen. Maar de laatste tijd komt ook de pinksterbeweging op. Vaak zijn het heel kleine kerken, die zich groeperen rond een lokale leider.”
Volgens CRWRC, de ontwikkelingsorganisatie van de Amerikaanse Christian Reformed Church, is het aandeel rooms-katholieken geen 80 procent meer –zoals in vrijwel alle overzichten nog staat– maar is dit teruggelopen naar 58 procent. Het protestantisme zou al 35 procent beslaan. De Blaeij, die werkt voor deze organisatie, schat zelfs dat de protestanten al 40 procent van de bevolking uitmaken.
„Statistieken zijn in Haïti altijd een probleem. De 80 procent voor de rooms-katholieken is een getal uit 1982. Dat klopt echt niet meer.”
Volksaard
Diverse deskundigen voegen aan de percentages toe: „En 100 procent van Haïti hangt voodoo aan.” Hortensius: „Dit hoort bij hun cultuur en volksaard. Het is meegekomen uit Afrika. Ook christenen doen aan voodoo.”
Volgens Marcel Catsburg –die in de jaren negentig voor Woord en Daad in Haïti werkte– zijn alle Haïtianen ervan overtuigd dat voodoo werkelijkheid is. „Ook gelovige christenen kunnen er bang voor zijn. Satan is sterk, hoorde ik eens iemand zeggen, maar Jezus is sterker.”
Door voodoo schrijven mensen alles dat hun overkomt toe aan iemand anders, aldus Catsburg. „Ziekten komen bijvoorbeeld niet door gebrek aan hygiëne, maar door een vloek. Het hele leven is omgeven door geesten, die gunstig moeten worden gestemd. Het heeft iets fatalistisch.”
Voodoo is vooral kruidengeneeskunde door een ingewijde priester(es). „Die is gericht op het welzijn van de mens. Er is echter ook een zwarte magie. In Haïti noemen ze dat de priesters die met hun linkerhand werken. Dit leidt vaak tot machtsmisbruik. De schrijfster Marjon Breure heeft over voodoopraktijken in Afrika gezegd dat dit geen sprookjesbos is. Dat geldt ook voor Haïti.”
Tussen de priesters en de ‘leken’ is er nog een tussenvorm van ingewijden, aldus Catsburg. „Die mensen hebben hun leven aan een geest verbonden. Als zij gestorven zijn, moet die geest worden losgemaakt, zodat de ziel wordt ontbonden en naar het dodenrijk kan afreizen.”
Catsburg vermoedt dat dit ontbindingsritueel door de huidige massabegrafenissen onmogelijk is, wat bij voodoopriesters tot protesten heeft geleid. „Bij eerdere rampen werden mensen ook massaal begraven. Toch hoorde ik toen geen protesten. Misschien is men bang voor repercussies uit de geestenwereld.”
Corruptie
Ad de Blaeij wil de problemen van Haïti niet los zien van de „spirituele basis” van land. „Corruptie zie je bij mensen die alleen aan zichzelf denken. Dat heeft te maken met waarden en wereldbeschouwing. Ik denk dat dit samenhangt met het Afrikaanse bijgeloof.”
Uit de grote groei van het protestantisme in Haïti put De Blaeij de moed dat „dit land gaat veranderen”, zegt hij. „Dit is niet alleen buitenkant. De Bijbelse boodschap werkt door naar de binnenkant en het waardesysteem.”