Deze grootmachtige koning heeft ook een zoon, die te zijner tijd wordt uitgehuwelijkt. De vader bereidt voor zijn zoon een bruiloft. Deze bruiloft veronderstelt gewis een aangenaam huwelijk van deze zoon, een grote verborgenheid die alleen in de Schrift ons geopenbaard wordt.Er is een verdrag geweest tussen twee personen in de Godheid, de Vader en de Zoon. Volgens dat verdrag moest deze eeuwige Zoon van de eeuwige Vader een zeker aantal uitverkoren zondaren van de Vader vrijkopen. Deze uitverkoren zondaren vormen de bruidskerk, door de Vader aan de Zoon geschonken. Toen dit geestelijke huwelijk tussen Christus en Zijn uitverkoren kerk voltrokken werd, heeft Hij zich een volk vergaderd, allereerst uit het jodendom. Na de uitstorting van de Heilige Geest zond Hij voor de tweede keer zijn dienstknechten uit om de genodigden ter bruiloft te roepen.

Wat was echter het gevolg van de eerste roeping? „Zij wilden niet komen.” Het grootste deel van het joodse volk verwierp de raad van God aan zijn ziel. De lankmoedige Koning doet een tweede oproep.

Johannes Barueth,predikant te Dordrecht

(”De koninklijke bruiloft”, 1774)