Nederlander houdt van religie op maat
Geen schrijver met enig verstand van zaken haalt het nog in zijn hoofd om de protestantse eigenheid van de Nederlandse natie te betogen. Het is juist bon ton om religieuze diversiteit als een groot goed te waarderen en de pluriformiteit te bejubelen, constateren de historici Joris van Eijnatten en Fred van Lieburg.
Tweeduizend jaar geloof in Nederland in ruim 1500 bladzijden en vele honderden afbeeldingen. Dinsdag verschijnt het 35e en laatste deel van de serie ”Geloof in Nederland”, waarin Van Eijnatten en Van Lieburg de balans opmaken. „Als een handjevol schrijvers dit reuzenkarwei had geklaard, was het misschien eenvoudig geweest in het geheel een helderrode draad te ontwaren. Maar de afleveringen werden volgeschreven door bijna evenveel auteurs. Zoveel hoofden, zoveel zinnen.”Vrijheid-blijheidcultuur
Toch zien beide historici een gemeenschappelijke noemer, een hedendaagse visie op twintig eeuwen godsdienst in Nederland: de belangstelling voor religieuze variatie in het verleden. „Niet voor niets opende de reeks met een bijdrage waarin de huidige, recente stand van zaken werd opgenomen: geloof in Nederland vanaf de jaren zestig. Alleen al de keuze voor deze titel, een metafoor van de vrijheid-blijheidcultuur van alweer bijna een halve eeuw geleden, zegt veel over het historische ‘gevoel’ dat deze reeks motiveert.”
Nederland nam vanaf de jaren zestig afscheid van de georganiseerde, kerkelijke religie. „Maar niet van religie zelf. Geen secularisatie dus, maar transformatie.”
Ondertussen neemt de religieuze diversiteit alleen maar toe. „De aftakeling van het christendom heeft plaatsgemaakt voor de exploitatie van een eigengereide en energieke zingeving, al of niet rond het geloof in een persoonlijke God, resulterend in een heel scala van nieuwe geloofsvormen, godsdienstige uitingen en rituele repertoires.”
De delen in de reeks ”Geloof in Nederland” bevestigen volgens Van Eijnatten en Van Lieburg deze nieuwe visie op het religieuze verleden. „De hele serie is daarmee in levensbeschouwelijk en wetenschappelijk opzicht een kind van haar tijd. Natuurlijk, het ene deel gaat wat zwaarder gebukt dan het ander onder de erfenis van een traditionele wijze van kerkgeschiedschrijving. Maar er zijn tekenen genoeg van vernieuwing in benadering en aanpak.”
Beide historici stuitten op een „interessante cirkelredenering”: de serie is geschreven door een generatie historici die de versnippering van religie sinds de jaren zestig van dichtbij heeft meegemaakt. En die generatie vindt bijna zonder uitzondering die religieuze variatie terug in het verleden. „Wat je zoekt is wat je ziet, zo lijkt het.”
Variatie
De grote religieuze variatie, misschien zelfs fragmentatie, is dus de rode draad in de serie. Nederlanders snijden al 2000 jaar hun religie op maat. „Zo zit onze wereld in elkaar, en de wereld van nu vinden wij terug in de wereld van toen. Dat religieuze maatwerk spreekt ons „postmoderne” mensen aan.”
Dit is het laatste deel in een serie over geloven in Nederland. Aanleiding vormde de uitgave van de reeks ”Geloof in Nederland”.