Babylonisch debatover Irakverklaring
Een Babylonische spraakverwarring. Zo typeerde SGP’er Van der Staaij gisteren de woordenstrijd in de coalitie over de eerste reactie van premier Balkenende op het rapport van de commissie-Davids. Een bloemlezing van andere quotes uit het nachtelijke debat over de nadere verklaring van de minister-president.
„Ik vind dat we, voordat we naar bed gaan, moeten weten of we nog een kabinet hebben. Anders kan ik heel moeilijk slapen hoor. Ik zal niet zeggen of dat van teleurstelling is of van opwinding.” (SP’er Kant)„Op de eerste vergaderdag van het nieuwe jaar is de eerste de beste bananenschil aangegrepen om over uit te glijden. En dat terwijl CU-fractievoorzitter Slob het kabinet juist een hechte samenwerking heeft toegewenst.” (Van der Staaij)
„Over het volkenrechtelijk mandaat voor de inval in Irak wordt verschillend gedacht door de coalitiepartijen. ’t Is een gevoelig onderwerp. De discussie daarover gaat soms van au.” (CDA-fractievoorzitter Van Geel)
„Na de eerste verklaring van Balkenende is bij mij het beeld ontstaan dat delen van rapport-Davids werden weggezet als meningen. Dat vond ik niet chic en onterecht.” (PvdA-fractievoorzitter Hamer)
„Goed dat er nu een nieuw standpunt van het kabinet ligt. De verklaring van gisteren laat ik voor wat die is.” (Hamer)
„Ik neem niets terug van wat ik heb gezegd.” (Balkenende)
„Negeren is vooruitzien. Dat lijkt het nieuwe motte van onze minister-president.” (PvdD-fractievoorzitter Thieme)
„De verwarring die dinsdag is ontstaan, leert ook ons een les. Kennelijk is het zorgvuldig door ons aangebrachte onderscheid tussen het toenmalige en het huidige kabinet niet geland.” (Vicepremier Bos)
„Onderscheid maken tussen de premier van 2002 en die van 2010 is absurd. Er is maar één minister-president. Staatsrechtelijk gezien, en in dit geval ook in persoon.” (GroenLinksfractievoorzitter Halsema)
„Met de kennis van nu aanvaardt het kabinet dat voor een optreden als dat tegen Irak een adequater volkenrechtelijk mandaat nodig zou zijn geweest.” (Balkenende in Kamerbrief)
„Ik zou destijds, met de kennis van toen, weer hetzelfde besluit hebben genomen. Met de kennis van nu zouden we het toen anders hebben kunnen doen.” (Balkenende tijdens Kamerdebat)