Buitenland

Haïti beleeft tweede nacht na catastrofe

PORT–AU–PRINCE – Voor de tweede keer op rij hebben overlevenden van de aardbeving in Haïti de nacht massaal buiten doorgebracht. De mensenmassa in de hoofdstad Port–au–Prince is nog altijd verstoken van voedsel en schoon drinkwater.

Redactie digitale media
13 January 2010 18:39Gewijzigd op 14 November 2020 09:36
Gewonde jongetje gedragen door een medewerker van het Rode Kruis.
Gewonde jongetje gedragen door een medewerker van het Rode Kruis.

De schattingen over het aantal doden lopen inmiddels uiteen van tienduizenden tot een half miljoen. Die laatste schatting kwam van Youri Latortue, een prominente senator in het parlement van Haïti.Latortue erkende net als andere politici dat het nog geruime tijd zal duren, voordat een preciezer beeld van het aantal slachtoffers ontstaat. President René Preval repte van tussen de 30.000 en 50.000 doden; zijn premier Jean–Max Bellerive denkt aan „aanzienlijk meer” dan 100.000 sterfgevallen.

Nederlanders

Onder de doden zijn ook buitenlanders, onder meer van de VN–missie in het land. Van de 38 Nederlanders van wie vrijwel zeker is dat zij zich in Haïti bevinden, hebben zich er twintig gemeld bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Over het lot van de achttien andere Nederlanders is nog niets bekend. Dat heeft een woordvoerder van het ministerie donderdag gemeld. Het is nog onduidelijk of er gewonden zijn bij de twintig personen van wie zeker is dat zij de aardbeving overleefd hebben.

Het ministerie meldde woensdag dat voor zover bekend er twintig Nederlanders in Haïti wonen en er achttien Nederlanders in het land op reis zijn.

De communicatie met Haïti verloopt zeer moeizaam, omdat er door de verwoestingen nauwelijks telefoon- en internetcontact mogelijk is. Het ministerie heeft wel af en toe contact met Rob Padberg, honorair consul in Haïti. Hij is ongedeerd volgens de woordvoerster. „De honorair consul probeert uit alle macht meer te weten te komen over het lot van Nederlanders daar, maar wordt ook gehinderd door de ravage.” Twee medewerkers van het ministerie gaan naar Haïti om de consul daar te helpen Nederlanders op te sporen en bij te staan.

Op het ministerie is woensdag crisisberaad gehouden over hulp en steun aan het getroffen gebied. „We doen natuurlijk alleen dingen die nuttig en noodzakelijk zijn, want de hulpverleners moeten elkaar daar niet voor de voeten gaan lopen.” Op de website van het ministerie staat te lezen dat het ministerie reizen naar Haïti ontraadt.

Adoptiekinderen

De adoptieorganisatie Wereldkinderen maakt zich grote zorgen over twee Nederlandse families die in Haïti waren om een adoptiekind op te halen. „Zij verbleven in een hotel dat zwaar is getroffen. Onze ongerustheid over hen neemt toe.”

De kinderen die in tehuizen in Haïti verblijven in afwachting van adoptie hebben de aardbeving voor zover bekend allen overleefd.

Krachtig

De aardbeving had dinsdag kort voor vijf uur ’s middags plaats in de omgeving van Port–au–Prince, waar meer dan twee miljoen mensen wonen. Geologen registreerden een kracht van 7.0 op de schaal van Richter, waarmee het de zwaarste aardbeving in twee eeuwen tijd in Haïti was.

Later volgden tientallen zware naschokken, waardoor de overlevenden niets anders rest dan op straat te blijven. De weinige gebouwen die nog overeind staan, zijn vaak beschadigd en kunnen instorten bij een volgende naschok.

Langzaam maar zeker komt een internationale hulpoperatie op gang voor de circa drie miljoen Haïtianen die dringend ondersteuning nodig hebben. Een groot aantal landen, waaronder de Verenigde Staten, EU–lidstaten zoals Nederland, Rusland, Brazilië en China sturen reddingsploegen, hulpgoederen en militairen naar het gebied om de Haïtianen te helpen.

Van de lokale autoriteiten hoeven de burgers niets te verwachten. Ministeries, ziekenhuizen en zelfs het presidentiële paleis zijn verwoest, terwijl de telefoonverbindingen en de elektriciteitsvoorziening zijn uitgevallen. De medische zorg bevond zich voor het natuurgeweld overigens al op een bijzonder laag niveau in het armste land van het westelijk halfrond. Zwaar materieel, noodzakelijk om overlevenden onder het puin vandaan te halen, is nauwelijks voorhanden.

Verwoestingen
Door het instorten van het vijf verdiepingen tellende hoofdkwartier van de VN–vredesmissie zijn zeker veertien vredessoldaten omgekomen, van wie de meesten uit Brazilië. De Verenigde Naties vrezen voor het lot van meer dan honderd medewerkers. Zeker vijftien vredessoldaten zijn dood onder het puin vandaan gehaald, maar ook het hoofd van de VN–missie in Haïti (Minustah), Hedi Annabi, zou zijn omgekomen.

In de brokstukken van het aartsbisschoppelijk paleis werd het ontzielde lichaam van de 63–jarige aartsbisschop Serge Miot aangetroffen. Bij gebrek aan machines probeerden mensen met de hand slachtoffers onder het puin vandaan te halen. Tot diep in de nacht klonk tussen de brokstukken in heel de stad hulpgeroep. Veel winkels zijn geplunderd en mensen hebben zich op straat verzameld rond vuurtjes.

Door de aardbeving is op veel plaatsen de stroom uitgevallen. Televisiezenders, radiostations, vaste en mobiele telefoons vielen grotendeels uit. Alleen internet werkte soms nog, maar ook deze informatiestroom droogt steeds verder op door gebrek aan elektriciteit.

Hulp
De teams van Artsen zonder Grenzen, die al ter plaatse waren, hebben al meer dan negenhonderd slachtoffers behandeld aan onder meer open botbreuken en hoofdwonden. Het gezondheidscentrum van de hulporganisatie in een sloppenwijk in de hoofdstad moest geëvacueerd worden. De patiënten verblijven nu in tenten. Op één ziekenhuis na zijn alle medische centra in Port–au–Prince zwaar beschadigd en functioneren deze niet tot nauwelijks meer, aldus de organisatie.

Landen en organisaties in heel de wereld zijn Haïti te hulp geschoten. De Europese Commissie heeft 3 miljoen euro uitgetrokken voor noodhulp en de Verenigde Naties hebben dertig internationale hulpteams gemobiliseerd.

Ook Nederland stuurt een reddingsteam naar het rampgebied in Haïti. Dat heeft minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) woensdag besloten. Koenders stelde eerder op de dag al twee miljoen euro beschikbaar voor noodhulp aan Haïti. De kosten van het reddingsteam worden ook betaald door Ontwikkelingssamenwerking. Koenders heeft dat besloten „gezien de catastrofale omvang van de ramp in Haïti”.

Het reddingsteam vertrok donderdagochtent vanaf het militaire vliegveld in Eindhoven. Het Urban Search and Rescue (USAR) team, bestaande uit 72 mensen en acht snuffelhonden, gaat helpen bij het opsporen van de duizenden mensen die nog onder het puin bedolven liggen. Dat heeft een woordvoerder van het USAR gemeld.

Hoewel de verkeerstoren op het vliegveld van Port–au–Prince is ingestort door de aardbeving, verwacht het USAR zonder problemen te kunnen landen, omdat het vliegtuig bij daglicht aankomt en de piloot ’op zicht’ kan landen, zei de woordvoerder.

Naar verwachting blijft het USAR–team tien dagen in het door een zware aardbeving getroffen land. „Dat is een standaardperiode voor het USAR. Na tien dagen is de kans dat er nog overlevenden uit het puin gehaald kunnen worden, zeer klein”, aldus de zegsman.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer