De koepelorganisatie onderzoekt of haar directeur in de periode 2004–2006 daadwerkelijk opdrachten verstrekte aan twee bedrijven waar hij privé nauwe banden mee had, zoals anonieme bronnen beweren. Bovendien zouden er facturen zijn betaald terwijl daar nauwelijks een prestatie tegenover stond. De NPO beschouwt de beschuldigingen als zeer ernstig en reden voor een onderzoek, omdat het om publiek geld gaat.„Het onderzoek is nodig. Alleen zo kan blijken of er een grond van waarheid zit in de beschuldigingen", laat NPO–bestuursvoorzitter Henk Hagoort weten. Mol zegt met vertrouwen de uitkomsten tegemoet te zien.

In 2006 ontstonden bij de NPO vermoedens over mogelijke schijn van belangenverstrengeling rond Mol, die sinds 2002 eveneens bestuurslid en een kleine aandeelhouder was van een bedrijf. Met een tweede bedrijf had hij geen formele, maar wel vriendschappelijke banden. Mol moest destijds op basis van die vermoedens de persoonlijke banden verbreken en alle schijn van belangenverstrengeling vermijden. Een externe accountant verrichte destijds in opdracht van de NPO al onderzoek. De NPO droeg zijn directeur Nieuwe Media vervolgens op zorg te dragen voor een transparante facturering en een adequate administratieve organisatie.

Het nieuwe onderzoek richt zich op de vraag of er nieuwe feiten zijn en of de eerder gemaakte afspraken precies en tijdig zijn nageleefd. De facturen worden onderzocht en er wordt bekeken welke diensten of producten daarvoor zijn geleverd.

Hagoort: „We gaan bij de NPO natuurlijk uit van vertrouwen in een directeur, maar de financiële verslaglegging moet zo helder zijn, dat verantwoording kan worden afgelegd. Het systeem moet waterdicht zijn en geen ruimte voor twijfels laten".