„Exegeet moet inzicht geven in overlevering”
Bijbelwetenschap moet proberen de moderne lezer terug te voeren naar de oorspronkelijke situatie van de tekst. Maar dat niet alleen, vindt prof. dr. E. Talstra. „Ze moet daarnaast juist die kennis ook benutten om inzicht te geven in de verschillende manieren waarop de tekst is gelezen, herschreven en herlezen, de generaties door.”
Prof. Talstra stelde dit in zijn inaugurele rede over ”Zou er ook wetenschap zijn bij de Allerhoogste? (Psalm 73:11)”, die hij donderdagmiddag uitsprak in de aula van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Prof. Talstra is benoemd tot hoogleraar Oude Testament met bijzondere aandacht voor de toepassing van de informatietechnologie. Het was zijn tweede oratie. Hij was al elf jaar bijzonder hoogleraar Bijbel en informatica.
Prof. Talstra stelde de vraag of het voor de theologie wel zin heeft het doel van de exegese alléén te leggen bij de identificatie van een oorspronkelijke bijbeltekst. Is het oorspronkelijke het authentieke? Zijn antwoord: „Het authentieke zit in de processen van overlevering zelf, inclusief de kritiek die daarop mogelijk is. Exegese is een onafhankelijk vak. Zij staat niet in dienst van de kerken als organisatie. Maar zij hoeft haar onafhankelijkheid ook niet noodzakelijk te beleven in kritische deconstructie van traditioneel christelijk geloof.”
Moderne bijbelvertalingen bieden volgens prof. Talstra vrijwel altijd een compromis. Hij vergeleek ze met een pas gerestaureerd gebouw waarin alle scheuren zijn weggewerkt en waaraan het eeuwenlange gebruik niet meer is af te zien.
Talstra’s ideaal is dat exegeten de actuele lezer ook een beetje toegang verschaffen tot de geschiedenis van de tekst, tot de vele generaties die door de tekst zijn begeleid. „Besef van traditie is naar mijn mening het meest urgente dat er op dit moment op de theologische agenda staat.” Wetenschappelijke exegese kan, aldus de hoogleraar, veel meer theologie worden als zij ook de manieren waarop deze teksten gemeenschapsstichtend hebben gewerkt, weet te honoreren.
Hij vindt het niet goed wanneer exegeten alleen hun vermogen tot het restaureren van eerdere fasen van teksten gebruiken. Evenmin is het in zijn ogen genoeg wanneer de moderne, religieus geïnteresseerde lezer steeds weer alleen zijn eigen vragen naar zin en betekenis op de tekst afvuurt. „Zinnige theologie ontstaat alleen wanneer de verschillende benaderingen tot samenwerking komen.”
Prof. Talstra werkte een en ander uit aan de hand van de tekstgeschiedenis van Psalm 73. Daaruit blijkt volgens hem dat we voor de algemeen menselijke vragen of ervaringen alleen antwoorden zullen vinden binnen een specifieke geloofstraditie.
Historisch onderzoek is kritisch, stelde de hoogleraar. „Ik zal dus kanttekeningen plaatsen bij het bijbelgebruik van Augustinus, Calvijn en velen na hen.” Tegelijkertijd wil hij echter graag af van de naïviteit van de moderne theologie, die het gemeenschapsstichtende van de teksten, de eeuwen door, eigenlijk alleen als lastig beschouwt, als een historisch gegroeide complicatie, die weer ongedaan moet worden gemaakt. „Dat is een onwetenschappelijk vooroordeel jegens traditionele geloofsovertuigingen, waarmee de theologie in de afgelopen decennia in feite meer is benadeeld dan gediend.”
De hoogleraar verklaarde dat hij zich het beste thuis voelt bij degenen die zuinig zijn op de confessionele tradities van de Gereformeerde Kerken. „Ik zal dat niet van de daken roepen, maar ook niet verzwijgen en evenmin verbergen dat het mij kritisch maakt jegens moderne voorstellen om de academische theologie verder van de kerken af te leiden naar een ander toneel, dat van cultuur en religies.”