Kerk & religie

Vragen rond scheiding kerk en staat

Er wordt de laatste tijd heel wat geschermd met de term ”scheiding van kerk en staat”. Maar wat houdt die scheiding precies in? En wat moet van wat worden gescheiden?

Karin de Geest
11 January 2010 10:28Gewijzigd op 14 November 2020 09:34

„De term ”scheiding van kerk en staat” wordt te pas en te onpas gebruikt”, verzucht Marin Terpstra, universitair docent politieke filosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Inderdaad, de afgelopen maanden gebruikten veel politici de term in discussies. Ze bedoelden er echter verschillende dingen mee.De VVD en de SP waren tegen overheidssubsidie voor het uitstapprogramma voor prostituees van de christelijke organisatie het Scharlaken Koord. Deze organisatie doet volgens hen wel goed maatschappelijk werk, maar overheidssubsidie voor instellingen die alleen christenen aannemen zou een schending zijn van de scheiding tussen kerk en staat.

De ChristenUnie protesteerde toen bleek dat soldaten in Uruzgan Korans hadden uitgedeeld. Volgens de partij ging dit in tegen de scheiding van kerk en staat, ook al was het slechts een daad van goede wil. En in België pleitten politici voor een veel striktere scheiding van kerk en staat. Ambtenaren zouden geen hoofddoekjes meer mogen dragen, en christelijke symbolen zouden uit de openbare ruimte moeten verdwijnen.

Volgens Terpstra hadden deze discussies in werkelijkheid weinig te maken met de scheiding van kerk en staat. Wat houdt het principe dan wel in? Volgens de wetenschapper betekent het dat de leiding van de kerk geen zeggenschap mag hebben over de overheid, en dat de politiek zich niet mag bemoeien met de kerkelijke leer. „Het gaat dus om een institutionele scheiding. Scheiding van kerk en staat is iets anders dan een scheiding van religie en staat.”

Overgevoelig

Terpstra vindt ook niet dat subsidiëring van het Scharlaken Koord, Korans uitdelen in Afghanistan of kruisbeelden in de openbare ruimte tegen de scheiding van kerk en staat ingaan. ,Ik zou het merkwaardig vinden als een staat zich niet mocht bezighouden met zaken die met geloof te maken hebben. Godsdienst is nu eenmaal een feit waar de overheid rekening mee moet houden. Sommige mensen reageren echter overgevoelig op alles wat met religie te maken heeft. Ze vinden het moeilijk andere opvattingen te accepteren en willen andermans vrijheden beperken. Het is daarom belangrijk erop te letten wat mensen eigenlijk zeggen, en wat ze verhullen met hun praat over de scheiding van kerk en staat.”

Inigo Bocken, coördinator van het Centrum voor Ethiek van de Radboud Universiteit, ziet een andere moeilijkheid in de discussies rond dit onderwerp. „Het probleem is dat er twee manieren zijn waarop er tegen de scheiding van kerk en staat wordt aangekeken”, vertelt hij. „Sommigen zien de scheiding als een bescherming van de staat tegen de kerk, en anderen als een bescherming van de kerk tegen de staat. Die twee opvattingen worden door elkaar gebruikt, en dat maakt het verwarrend.”

De eerste visie die Bocken noemt, is terug te vinden in Frankrijk. Eeuwenlang had de Rooms-Katholieke Kerk veel macht in de Franse politiek en was het Vaticaan een concurrent van de regering. Om de invloed van de kerk te beperken, kwam er tijdens de radicale Franse Revolutie een rigoureuze scheiding van kerk en staat: het laïcisme. Geloof is in Frankrijk een privézaak, de overheid is neutraal en religie komt niet voor in de publieke sfeer.

De tweede opvatting redeneert andersom en is terug te vinden in de Angelsaksische wereld. In de achttiende eeuw vluchtten mensen naar Amerika, omdat in Europa hun geloof werd onderdrukt. Zij wilden een staat die zich niet zou bemoeien met hun kerk, zodat ze vrij hun geloof konden belijden. Om die reden werd de scheiding van kerk en staat in de Verenigde Staten ingevoerd. Maar omdat de kerk daar niet als bedreiging werd gezien, is er in Amerika nog steeds ruimte voor geloof in de openbare ruimte.

Mengvorm

Volgens Bocken kent Nederland een mengvorm van de Franse en de Angelsaksische opvatting. In discussies over bijvoorbeeld het Scharlaken Koord botsen aanhangers van de twee modellen.

Bocken kiest voor het Angelsaksische model, omdat hij niet gelooft dat een staat neutraal kan zijn. „Het Franse model neemt zelf een inhoudelijk, namelijk antireligieus standpunt in. Dat gaat in tegen het oorspronkelijke idee van de scheiding van kerk en staat. Bovendien is geloof juist de motor van de maatschappelijke betrokkenheid van veel mensen. Als ze dat op de achtergrond moeten zetten, kan dat gevaarlijk zijn. Fundamentalisme ontstaat daar waar mensen geïsoleerd raken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer