Gemolesteerd door wreed regime
Setareh werd in elkaar geslagen. Safoura belandde in de gevangenis. Toch zijn beide Iraanse zussen vastbesloten hun protest tegen het strengislamitische regime voort te zetten. „We willen vrijheid. Onze vrienden zijn ervoor gestorven.”
Ze ogen ontspannen, schieten zelfs regelmatig hartelijk in de lach. Zoals ze op de bank in een Elburgse appartement zitten, zonder allesverhullende chador, de haren los, zouden de Iraanse Setareh (24) en Safoura (26) voor westerse vrouwen kunnen doorgaan. Hun verhaal staat echter in schril contrast met hun ongedwongen houding.De foto’s spreken wat dat betreft boekdelen. Rode striemen op de rug, bloeduitstortingen op de arm. De sporen van het pak slaag dat Setareh tijdens een demonstratie in Teheran opliep, zijn maar al te duidelijk zichtbaar. Leden van de gevreesde revolutionaire Basijmilitie sloegen met houten knuppels op haar in.
Toch weerhield het grove geweld dat de Iraanse autoriteiten tegen de oppositie inzetten Setareh er niet van haar protest voort te zetten, zo vertelt ze in Elburg, waar ze met haar zus Safoura even bij een Nederlands-Iraanse christen te gast is.
„Voor de presidentsverkiezingen dachten we écht dat er kans op verbetering in Iran was”, legt studente Setareh uit. Ze is in het groen gestoken – de kleur van de oppositie. Om haar pols draagt ze een bandje met de Iraanse vlag en het woord ”Vrijheid”. „President Ahmadinejad is echter door grootschalige fraude herkozen. Dat weet iedereen. Wat moeten we met een president die openlijk tegen ons liegt en ons letterlijk afval en vuilnis noemt?” Haar zwarte ogen schieten vuur.
Dat de Iraanse zussen naar Nederland konden reizen, was al een wonder op zich. Safoura: „Als ze hadden geweten dat wij actief aan de protesten hebben deelgenomen, hadden ze ons nooit laten gaan. Tot op het moment dat we in het vliegtuig zaten, was ik bang dat we zouden worden gearresteerd.”
Tijdens hun bezoek aan een oom en tante in Nederland hebben de zussen dagelijks contact met familie en bekenden in hun vaderland. Setareh: „We willen vooral weten hoe het op straat is. Zijn er nog demonstraties geweest? Hoe is het met onze vrienden? Zijn er mensen opgepakt, gewond geraakt – of vermoord?”
De zussen weten uit eigen ervaring waar ze het over hebben. Tijdens een van de demonstraties waagde Setareh het een foto met haar telefoon te maken. „Een lid van de militie sloeg mijn mobieltje kapot en wilde me arresteren. Gelukkig kwam de reguliere politie tussenbeide. Ik zie er nogal jong uit, dus die agent zei dat ze me moesten laten gaan.”
Bij een ander protest, kort na de verkiezingen in juni, kwam haar zus Safoura er minder fortuinlijk vanaf. „Ik maakte ook een foto met mijn telefoon. Ik kreeg een enorme klap met een knuppel, waardoor mijn pols brak”, vertelt ze, terwijl ze op haar arm wijst.
De protestbijeenkomsten ontstaan soms spontaan, maar worden ook regelmatig in het geheim georganiseerd. Setareh: „Per sms of via internet roepen we elkaar op om te gaan demonstreren. Soms printen we oproepen uit en hangen die op bij bushaltes of in de metro. Ik doe dat altijd rond 2 uur ’s nachts en op een motorfiets, zodat ik in geval van nood snel weg kan komen.”
Ondanks het brute geweld en het weren van buitenlandse journalisten, slagen de Iraanse autoriteiten er niet in om alle beelden en berichten over de protesten binnenslands te houden. Safoura: „Alle jongeren in Iran zijn in feite verslaggever. We registreren wat er gebeurt tijdens demonstraties en geven dat via mobiele telefoons en internet aan de wereld door. De regering blokkeert het internet wel regelmatig en het is ontzettend traag, maar helemaal weren kunnen ze het niet. Dat komt onder andere doordat wij onze bankzaken via internet moeten regelen; dat kan de overheid niet stopzetten.”
De zussen proberen zo veel mogelijk objectieve informatie over de gebeurtenissen in Iran van internet te halen en branden die vervolgens op cd’s, die ze aan mensen geven die geen toegang tot internet hebben. „Vooral de oudere generatie vaart blind op de staatstelevisie, die alleen maar propagandistische leugens uitbraakt.”
Na de bloedig neergeslagen demonstraties rond de presidentsverkiezingen van juni, barstte enkele weken geleden een nieuwe golf van protesten los in de islamitische republiek. Opnieuw vielen tientallen doden, onder wie diverse vrienden van Safoura en Setareh.
Safoura deed mee aan een betoging in Isfahan, toen ze werd gearresteerd. „Ze sloegen me en deden me een blinddoek en handboeien om”, vertelt ze. „Ik mocht niets meer zeggen.”
Safoura werd opgesloten in een cel van zo’n 3 bij 5 meter, een ruimte die ze met meer dan veertig andere vrouwelijke gevangenen moest delen – allemaal geblinddoekt. „We kregen opdracht al onze kleren uit te doen. Wie weigerde, werd geslagen. Nadat we ons helemaal hadden ontkleed, werden onze lichamen een voor een betast.”
Het kost Safoura zichtbaar moeite om over haar ervaringen in de gevangenis te praten. „Na enige tijd mochten we een paar kledingstukken weer aantrekken. Onze sluier mochten we niet om, want daarmee zouden we onszelf van het leven kunnen beroven. Vervolgens werden we naar een ander vertrek gebracht, onder de grond. Het was er erg koud en er was geen ruimte om te slapen. Eten kregen we niet.”
De volgende ochtend werd Safoura opgehaald om te worden verhoord – nog steeds geblinddoekt. „Ik mocht niet spreken, alleen schrijven. Ze wilden mijn naam weten en op wie ik bij de verkiezingen had gestemd. Ik heb niets losgelaten. Uiteindelijk brachten ze me terug naar de cel. Op de gang hoorde ik vrouwen vreselijk gillen. Die werden klaarblijkelijk gemarteld. De bewakers zeiden tegen me: Als je niet praat, zul je hetzelfde lot ondergaan als zij.”
De volgende dag werd Safoura opnieuw ondervraagd. „Dit keer mocht ik wel praten, maar ik heb niets gezegd. Ze sloegen me en brachten me naar een ruimte waar zwaargewonde vrouwen lagen. Dat zou ook mijn lot zijn als ik niets zou loslaten. Verzwakt door pijn en gebrek aan eten, vroeg ik me af of ik ze toch niet dingen moest gaan vertellen.”
Bij een volgende ondervraging, die opnieuw met de nodige mishandelingen gepaard ging, zwichtte Safoura ten slotte om het adres van haar grootmoeder in Isfahan op te schrijven. Intussen waren haar gealarmeerde ouders gearriveerd. Dankzij hun connecties in de hogere Iraanse regionen, wisten ze hun dochter vrij te krijgen. Setareh: „Zo werkt het nu eenmaal in Iran. Als je geld of een goed netwerk hebt, kun je veel voor elkaar krijgen.”
„We hebben wat dat betreft nog geluk gehad”, vervolgt Setareh. „Vrienden van ons zijn vreselijk gemarteld. Een van mijn vrienden had een maand in de cel gezeten. Toen hij eindelijk werd vrijgelaten, stierf hij enkele dagen daarna aan zijn verwondingen. Een andere vriend moest het toilet in de gevangenis, dat toch al vreselijk smerig is, met zijn tong schoonlikken. Op straat zag ik hoe ze iemand aan zijn haren over de grond sleurden.”
Het zijn slechts enkele voorbeelden van het geweld en de intimidatie waaraan de Iraanse bevolking wordt blootgesteld. Alleen al uit de vriendenkring van Setareh en Safoura zijn volgens hen veertig mensen gearresteerd.
Hoe stevig zit president Ahmadinejad nog in het zadel na deze ongekende protesten?
Safoura: „Uiteindelijk heeft Ahmadinejad het niet voor het zeggen in Iran. De hoogste macht berust bij de opperste leider, ayatollah Khamenei. Hij trekt aan de touwtjes, samen met een kliek van geestelijken om hem heen. Daarom moet niet alleen president Ahmadinejad vertrekken, maar het hele regime. Er moet een totale verandering komen.”
De politici die zich nu als oppositieleiders opwerpen zijn anders ook niet van onbesproken gedrag.
Setareh: „Dat is juist het probleem. Musavi staat nog helemaal in de oude traditie. Karubi is weliswaar iets radicaler, maar een échte leider is er niet.”
Of de zussen nog terug naar hun vaderland kunnen, is inmiddels uiterst onzeker. Twee dagen na hun vertrek stond de politie bij hun huis in Teheran aan de deur om uit te zoeken waar beide vrouwen waren. Hun oom vermoedt dat de autoriteiten een brief van hun moeder hebben onderschept waarin ze vertelt over de protestacties van haar dochters.
Hoewel ze misschien nooit meer naar Iran terug kunnen, nemen Setareh en Safoura toch maar het zekere voor het onzekere. Als na het gesprek een foto van het tweetal moet worden gemaakt, wikkelen de zussen een groene sjaal om hun hoofd om zich onherkenbaar te maken. „Gaan jullie een aanslag plegen of zo? grapt hun oom.
Protesten Iran
In Iran werden op 12 juni vorig jaar presidentsverkiezingen gehouden. Zittend staatshoofd Ahmadinejad werd tot winnaar uitgeroepen, ondanks beschuldigingen van de oppositie dat Ahmadinejad op grote schaal had gefraudeerd.
Na het bekend worden van de uitslag braken op grote schaal rellen uit in het strengislamitische land. Duizenden aanhangers van de oppositie gingen de straat op. De autoriteiten sloegen de protesten met harde hand neer. Onafhankelijke media werden angstvallig buiten de deur gehouden, maar via internet doken met regelmaat beelden van het brute optreden van de ordetroepen op.
Eind vorig jaar braken opnieuw hevige onlusten uit.