Israëlieten schreven 3000 jaar geleden al Hebreeuws
Drieduizend jaar geleden waren de Israëlieten al in staat Hebreeuwse teksten te produceren. Daaruit kan worden geconcludeerd dat ze in die tijd ook al Bijbelboeken konden schrijven.
Dat maakte de universiteit van Haifa donderdag bekend.Prof. Gershon Galil van de universiteit van Haifa ontcijferde een inscriptie op een potscherf van 15 bij 16,5 centimeter. De scherf werd anderhalf jaar geleden ontdekt bij Khirbet Qeiyafa, Midden-Israël, bij een archeologische opgraving onder leiding van professor Yosef Garfinkel. De inscriptie dateert uit het koninkrijk van David in de tiende eeuw voor Christus.
Wetenschappers wisten aanvankelijk niet of de inscriptie Hebreeuws of een andere oude taal betrof. Na analyse van de werkwoorden en de inhoud van de tekst concludeert prof. Galil echter dat het om een oude Hebreeuwse inscriptie ging – de oudste die tot nu toe is gevonden.
Uit de vondst kan worden opgemaakt dat de Israëlieten al in de tiende eeuw voor Christus Hebreeuws schreven. De meeste wetenschappers zijn van mening dat de Israëlieten in de tijd van koning David nog niet in staat waren Hebreeuwse teksten op te stellen.
Galil wijst erop dat de inscriptie is gevonden in een stad in de provincie Judea. Hij zegt dat als er zich schrijvers bevonden in de periferie van het land, het aangenomen mag worden dat er in het centrale gedeelte van het land en in Jeruzalem bekwamere schrijvers waren. „We kunnen nu aannemen dat het hoogstwaarschijnlijk is dat gedurende de tiende eeuw voor Christus, tijdens de regering van koning David, er schrijvers in Israël waren die in staat waren literaire teksten en complexe geschiedbeschrijvingen zoals in de boeken van Richteren en Samuel op te schrijven.”
Hij voegt eraan toe dat de complexiteit van de tekst uit Khirbet Qeiyafa en de indrukwekkende versterkingen die op de plaats werden blootgelegd, het bestaan van het koninkrijk van Israël onder David bevestigen. Sommige wetenschappers hebben in de afgelopen jaren betoogd dat dat koninkrijk niet bestond of althans nauwelijks van betekenis was.
De tekst roept ertoe op rekening te houden met de zwakke leden van de samenleving: vreemdelingen, weduwen en wezen. De tekst vertoont gelijkenis met verschillende teksten in het Oude Testament, maar het is duidelijk dat het niet om een overgenomen tekst gaat.