Maandag nam de Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, de maatregelen over die Nederland zelf al had genomen. Import en export van levend pluimvee en broedeieren zijn verboden om verspreiding van de uiterst besmettelijke vogelpest te voorkomen.

Nu het een EU-besluit is geworden, mag Nederland het verbod niet zelf terugdraaien. Komende maandag en dinsdag nemen de veterinaire deskundigen van de EU de situatie in Nederland opnieuw onder de loep. Die deskundigen zijn volgens de woordvoerster tot nu toe tevreden met de aanpak van de Nederlandse autoriteiten.

De maatregelen hebben overigens beperkte invloed op de Nederlandse handel. Het exportgewicht van levende kippen uit Nederland is ongeveer eentiende van dat van geslacht pluimvee. Vorig jaar voerde Nederland voor 52 miljoen euro broedeieren uit, volgens cijfers van het Productschap Vee, Vlees en Eieren (PVVE). Consumptie-eieren blijven buiten het exportverbod. De uitvoerwaarde hiervan bedroeg in 2002 een veelvoud: 266 miljoen euro.

De bestaande regelingen voor schadevergoeding in verband met de vogelpest zijn volstrekt ontoereikend, schrijven de burgemeesters in het door vogelpest getroffen gebied in een gezamenlijk brief aan kabinet en Tweede Kamer. De brief is mede ondertekend door de commissarissen van de Koningin in Utrecht en Gelderland.

De briefschrijvers maken zich zorgen over de gevolgen van de vogelpest op sociaal en financieel-economisch gebied. Niet alleen de pluimveehouders ondervinden schade, ook slachterijen, eierverwerkende bedrijven en transportbedrijven kampen met de gevolgen. Volgens de burgemeesters is er naast de directe schade ook sprake van forse inkomensderving. Burgemeester W. Burgering van Barneveld ziet een speciaal fonds als een voor de hand liggende oplossing.

Voorzitter G. Doornbos van boerenorganisatie LTO-Nederland heeft grote zorgen dat de besmetting niet snel tot staan kan worden gebracht. Hij hoort veel geruchten over nieuwe gevallen die door het ministerie van Landbouw nog niet tot ’verdacht’ zijn bestempeld. Doornbos meent dat de overheid de betrokken boeren beter moet informeren. Onder de boeren heerst veel onzekerheid, meent hij.

Vooral nu het aantal verdachte en te ruimen pluimveebedrijven toeneemt, is er alle reden om zo duidelijk mogelijk te zijn, aldus de boerenvoorman. „Ik ben er niet voor om maar raak te beschuldigen, maar als het om informatieoverdracht gaat, blijkt dat moeilijk te zijn voor de overheid. Net als tijdens de mkz-crisis.”

NOP-voorzitter Wolleswinkel is „vol lof” over de samenwerking tussen boeren en medewerkers van onder meer RVV en AID. Van spanningen zoals die ten tijde van de mkz-crisis optraden, is volgens hem geen sprake. „De veldwerkers doen hun uiterste best, dat hoor ik van alle kanten. Er is ook een cruciaal verschil met de mkz-periode. „Het hele gebied roept om ruimen. Hoe sneller hoe beter.”