„De klappen die vallen, zijn ontzettend hard. We maken ons grote zorgen”, aldus de boerenvoorman gisteren na een werkbezoek aan Gelderland. „Financieel gezien staan veel bedrijven er al niet sterk voor. Nu de ruimingen op gang beginnen te komen, betekent dat ook steeds meer lege stallen. Er is geen of weinig inkomen, de kosten lopen door.”

Moet de overheid niet ruimhartiger bijspringen?

„Het is nog te vroeg om goed zicht te hebben op de uiteindelijke gevolgen. Het betreft niet alleen pluimveehouderijen. Ook de vlees- en eiersector zijn in het geding. Maar als er bedrijven dreigen om te vallen door deze crisis, zullen we zeker bij de minister aan de bel trekken.”

Doornbos vraagt in dit stadium vooral ook oog te hebben voor de emoties van boeren en hun gezinnen. „Het is niet niks als je dieren op zo’n afschuwelijke wijze moeten worden afgemaakt. Een ander woord heb ik er niet voor. En toch moet het. Bedenk wel: kippen met het vogelpestvirus op natuurlijke wijze dood laten gaan, is ook niet bepaald diervriendelijk.”

De LTO-voorzitter is niet in het getroffen gebied geweest. „De risico’s voor het verspreiden van het virus zijn te groot. Ik roep iedereen op zijn verantwoordelijkheid te nemen en het ruimingsgebied zoveel mogelijk te mijden. Het gaat om een zeer besmettelijk virus dat voorzover nu bekend met name wordt overgebracht via directe contacten. Als er een familielid in het ziekenhuis in quarantaine wordt gehouden, ga je ook niet op bezoek.”

Tot nu toe is er geen sprake van het afsluiten van wegen of van gebieden. Er staat heel wat publiek te kijken bij de ruimingen, soms vlak bij de kippenschuren. Terecht?
„Nee, dat is dus niet terecht. Maar de hele Gelderse Vallei afsluiten, is op dit moment geen optie. Veel kippenhouders hebben gemengde bedrijven. Er moet voer komen voor de andere dieren, de melk moet naar de fabriek en noem maar op. Bij de mkz-crisis lag dat anders. Daar waren veel meer diersoorten bij betrokken. Afsluiten van wegen en gebieden lag toen eerder voor de hand. Maar het blijft een dilemma, inderdaad.”

Opnieuw dringt de vraag zich op: Is er, gezien de uitbraken van varkenspest, mond- en klauwzeer en nu vogelpest, nog ruimte voor intensieve veehouderij in het kleine Nederland?

„Ja, die ruimte is er zeker. Het is dertig jaar geleden dat hier vogelpest was. Dat is het bewijs dat het kan.” Doornbos vindt dat de discussie zuiver moet worden gevoerd. „Het lijkt erop dat het vogelpestvirus zich het eerst heeft gemanifesteerd bij scharrelkippen. Die lopen uit het oogpunt van dierenwelzijn buiten. Maar dat conflicteert misschien wel met een onderwerp als milieu. Of zoals nu met diergezondheid. Er zijn altijd verschillende aspecten die moeten worden belicht.”