Dat heeft het bisdom Roermond gisteren bekendgemaakt.Het is de vijfde keer dat het armoedeonderzoek wordt gehouden. De resultaten worden in het najaar gepresenteerd aan het ministerie van Sociale Zaken en verschillende kerkleiders. „Met cijfers in de hand hebben we bij de plaatselijke en landelijke politiek meer invloed om armoede aan de kaak te stellen”, aldus contactpersoon Hub Vossen vanmorgen in een toelichting.

Doel van het onderzoek is de kerkelijke hulpverlening uitgebreid door te lichten. Diaconieën en parochiële caritasinstellingen krijgen de vraag in hoeverre ze mensen in nood financieel bijstaan, om hoeveel aanvragen het gaat en door welke hulpvragers deze worden gedaan, welke bedragen ermee zijn gemoeid en met welke instanties er wordt samengewerkt om financiële zorgen én de achterliggende problematiek op te lossen.

Het onderzoek is breder opgezet dan in voorgaande jaren. De uitkomsten zullen ook worden gestaafd met meer informatie: zowel stads- als plattelandskerken doen mee. Ook migrantenkerken en moskeeën worden geënquêteerd. Volgens Vossen vormt hulpverlening vanuit migrantenkerken en moslimorganisaties „een grijs gebied. We betrekken ze in het onderzoek omdat we mogelijk kunnen samenwerken in diaconale hulp.”

Kerken worden in het nieuwe onderzoek ook bevraagd of ze investeren in collectieve georganiseerde hulp, zoals voedselbanken of inloophuizen. Ten slotte worden diepte-interviews gehouden met sleutelfiguren. Prof. dr. Herman Noordegraaf, bijzonder hoogleraar en universitair docent voor diaconaat te Leiden, coördineert deze interviews.

Uit het vorige armoedeonderzoek, uit 2008, bleek dat veel ouders met kinderen en mensen zonder betaald werk van kerkelijke hulp afhankelijk zijn. De vijf kerkgenootschappen die toen meededen gaven in dat jaar 11 miljoen euro aan armoedebestrijding uit.

Vossen verwacht in het nieuwe rapport een toenemende betrokkenheid van kerken bij het armoedevraagstuk terug te vinden. „In bijvoorbeeld de financiële crisis kan de kerk geen structurele hulp bieden, maar wel de overheid kritisch bevragen welke oplossingen ze zoekt voor de getroffenen door de crisis.”

Meerdere kerken doen aan het onderzoek mee: de zeven rooms-katholieke bisdommen, de Protestantse Kerk in Nederland, Christelijke Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, Remonstrantse Broederschap, Oud-Katholieke Kerk, Koptisch-Orthodoxe Kerk, zevendedagsadventisten en evangelische kerken. Ook enkele hulporganisaties werken mee.