Opinie

Refozuil wringt met gereformeerde leer

Veel kenmerken van de reformatorische zuil staan haaks op de gereformeerde leer, reageert Wilco Boender op dr. C. S. L. Janse (RD van 29 december).

5 January 2010 10:24Gewijzigd op 14 November 2020 09:31
„Het werk van de heilssoldaten kan ter lering zijn voor ieder die zich met de gereformeerde leer verwant voelt.” Foto ANP
„Het werk van de heilssoldaten kan ter lering zijn voor ieder die zich met de gereformeerde leer verwant voelt.” Foto ANP

Dr. Janse stelt in reactie op mijn opinieartikel in het RD van 24 december dat voor wie gereformeerd wil zijn de gereformeerde leer van wezenlijk belang is. Daarin heeft hij helemaal gelijk. De kop van zijn artikel ”Zorg en liefde voor traditie moeten blijken” is voor een christelijk conservatief een welluidend motto. Nergens heb ik laten blijken dat ik de gereformeerde leer niet van „wezenlijk belang” vind. Wat ik wilde, was een aantal pijnpunten van de refozuil naar voren brengen.Janse begrijpt nog niet waarom ik het verdedigen van de refozuil aan de hand van sociologische kenmerken en dogmatische kwesties afkeur. Mijns inziens is het verdedigen van de refozuil iets anders dan het verdedigen van de gereformeerde leer. Veel kenmerken van de zuil staan jammer genoeg haaks op de gereformeerde leer.

Het ging mij voornamelijk om de kritiek van Janse dat Youth for Christ en het Leger des Heils wel christelijk zijn, maar niet naar „de waarachtige en volkomen leer der zaligheid” zijn. In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan leert de Heere Jezus ons echter dat hulpverlening en welzijnswerk niet langs dogmatische lijnen lopen. Het werk van de heil­soldaten kan zelfs beschamend en ter lering zijn voor een ie­der die zich met de gereformeerde leer verwant voelt.

Ook pleitte ik voor meer culturele openheid. Met Janse vind ik dat in dat kader niet álle cultuuruitingen voor een christen aanvaardbaar zijn. Maar anderzijds kunnen seculiere kunst- en cultuuruitingen ons veel positiefs zeggen of leren.

Bach

Het gaat er mij om dat veel reformatorische mensen het materiële boven het existentiële kiezen. Juist kunst en cultuur kunnen dit helpen veranderen, zoals men ervaart in werken van Johann Sebastian Bach of Martinus Nijhoff.

Juist de materiële zaken –de reformatorische zuil is „de wereld met een reformatorisch sausje”, aldus ds. R. van de Kamp in het blad In Contact– vormen helaas de bekende sociologische kenmerken die de zuil afbakenen. Een advertentie op de pagina naast het artikel van Janse bevestigt dat weer: ”Sla uw slag… Veel merkkleding voor reformatorisch Nederland!” Deze vorm van zuilbeleving doet geen goed aan het orthodox-christelijke leven. Kan men dan toch niet beter de niet-gereformeerde Johan Huizinga lezen of in het Concert­gebouw Bach gaan beluisteren?

Ten slotte de katholieke breedte waarover ik sprak. Ik schreef hierover in nauwe samenhang met de term ”bevindelijke diepte”. Helaas gaat Janse niet op dat laatste punt in. Ik schreef dat het slecht gesteld was met de katholieke breedte, omdat het met de bevindelijke diepte al niet veel beter is. Dat gaat me aan het hart. En daar ligt een grote haper. Als dat geen uiting is van liefde tot de gereformeerde leer en traditie door de eeuwen heen…

De auteurs is christelijk conservatief blogger en organisator van het Conservatief Café.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer