De Geus helpt stilliggende bedrijven
Bedrijven die zijn getroffen door vogelpest, kunnen onder voorwaarden een beroep doen op WW-fondsen. Dat heeft minister De Geus (Sociale Zaken) dinsdag besloten. De pluimveehouders moeten zelf overigens mee gaan betalen aan de huidige bestrijding van de ziekte.
Bij de regeling van De Geus gaat het om bedrijven met werknemers die langdurig niet kunnen werken door de vogelpest. Ze kunnen werktijdverkorting krijgen, waardoor de WW-fondsen de lonen geheel of gedeeltelijk overnemen. De eerste twee tot zes weken komen echter voor rekening van de ondernemer.
„Het besluit van De Geus is heel mooi”, reageert een woordvoerder van land- en tuinbouworganisatie LTO-Nederland. „Dit raakt niet alleen de getroffen pluimveehouders met personeel, maar de hele keten van kippen en eieren.”
Onder meer enkele slachterijen die sinds maandagmorgen geheel of gedeeltelijk stilliggen, hebben al een aanvraag ingediend. De meeste slachterijen zijn gisteren echter weer begonnen. Drie slachterijen in het getroffen gebied rond Barneveld blijven voorlopig dicht.
De pluimveehouders in Nederland moeten de komende twee jaar 9,3 miljoen euro meebetalen aan de huidige bestrijding van de vogelpest. Het Productschap voor Vee Vlees en Eieren (PVE) legt daartoe binnenkort een heffing op, aldus sectordirecteur B. den Dellaert dinsdag.
Voor de kostenverdeling zijn eerder afspraken gemaakt tussen de overheid en het schap. Het productschap is aansprakelijk voor een bedrag van 11,3 miljoen euro. Hiervan heeft het al 2 miljoen euro op een rekening staan. Naast de boeren betalen ook de belastingbetalers in de Europese Unie aan de bestrijding mee. Het ministerie van Landbouw kan ongeveer de helft van de kosten declareren bij de Europese Commissie.
Hoeveel de bestrijding gaat kosten, durft niemand te schatten. „Iedereen die nu een schadebedrag noemt, begeeft zich op glad ijs”, vindt een woordvoerder van LTO-Nederland.
De vergoeding voor geruimde bedrijven kan flink variëren. Taxateurs stellen de dagwaarde van de dieren vast aan de hand van tabellen met factoren als gewicht, leeftijd en soort van de geruimde levende dieren. Bedragen kunnen daardoor variëren van enkele duizenden tot enkele tienduizenden euro’s.
Boeren vinden het zorgelijk dat de tabellen minder waarde toekennen aan zieke dieren en zelfs helemaal niks aan dode dieren. Zo zou er geen geld zijn voor een pluimveehouderij waar inmiddels alle kippen aan vogelpest zijn doodgegaan. Minister Veerman stelde maandag dat er een nationale regeling voor deze gevallen moet komen. Vrijdag komt de kwestie in het kabinet aan de orde.
Tweede-Kamerlid Atsma (CDA) bepleitte recent een noodfonds voor getroffen boeren. Dat zou een oplossing moeten zijn voor andere, niet-vergoede kosten. Boeren krijgen immers geen vergoeding voor indirecte kosten. Misgelopen inkomsten door leegstaande stallen bijvoorbeeld blijven het risico van de ondernemer. Voor eigen rekening blijven ook de aankoopkosten van nieuwe dieren.