„Verering cultuur niet christelijk”
De veelgebruikte trits ”God-Nederland-Oranje” of het verheerlijken van de Nederlandse cultuur en geschiedenis zijn verre van christelijk te noemen, vindt Esther Jonker.
De neerlandicus, die binnenkort hoopt te promoveren, sprak woensdag tijdens de laatste dag van de CSFR-winterconferentie in het Brabantse Someren. De conferentie was met een totaal van 350 deelnemers een succes.Jonker belichtte het gedachtegoed van de Engelse theoloog Oliver O’Donovan en de Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas. Ze stelde dat christenen een dubbel paspoort hebben. Ze zijn burgers van hun eigen land en als christen maken ze deel uit van de wereldwijde christelijke gemeenschap en zijn ze onderdeel van het koninkrijk van Christus.
Ze vindt het onjuist om te allen tijde vast te houden aan Nederland als natie. „Het is goed om voor het Nederlanderschap te staan, maar als Nederland in een andere natie zou opgaan, hoeft het er niet slechter op te worden.” Tijdens de discussie zei ze: „Ik voel me Nederlander, maar als het ophoudt, voel ik me nog christen. Ik zal er niet snel onder lijden.”
Jonker vindt de veelgebruikte trits God-Nederland-Oranje of het verheerlijken van de Nederlandse cultuur en geschiedenis verre van christelijk. „Dat is eerder een verabsolutering van een bepaalde fase uit de geschiedenis, van een bepaalde politieke structuur of van een bepaalde traditie.”
Zaken zoals geschiedenis, cultuur en traditie mogen het zicht op Gods handelen niet verdringen, zei ze. „We leven in het heden van Gods genade door Gods voorzienigheid en moeten niet weemoedig achterom kijken, maar ons dankbaar richten op wat Hij ons nu geeft en verwachtingsvol uitzien naar wat Hij ons nog zal geven, al sneuvelt ons Oranjehuis of onze huidige Nederlandse cultuur daarbij misschien wel.”
Jonker staat vanzelfsprekend sterk afwijzend tegenover nationalistische tendensen zoals die te vinden zijn bij Wilders en Verdonk. „Enig gevoel van vaderlandsliefde kunnen we als een geschenk ontvangen: een gemeenschap, waarin God ons plaatst. Maar zij mag nooit verabsoluteerd worden en dienen om anderen buiten te sluiten. We ontvangen onze volksgenoten als naasten uit Gods hand. Alleen als we ons bewust zijn van die gemeenschap kunnen we trots zijn op Nederland.”
Toen Jonker vroeg wie van de studenten trots was op Nederland, reageerde slechts een minderheid instemmend. Dat noemde ze opmerkelijk op een studentenvereniging van bevindelijk gereformeerde oorsprong, waar in de kerken het Wilhelmus op allerlei momenten klinkt.