„De Geest werkt altijd vernieuwend”
Tussen reformatorischen en charismatischen is er meer begrip, vindt dr. Benno van den Toren, vanaf 1 januari 2010 de nieuwe hoogleraar theologie van de charismatische vernieuwing aan de Vrije Universiteit. „Aan beide kanten worden tekortkomingen en fouten beleden. De Geest werkt altijd vernieuwend, maar ook verrassender dan wij denken.”
Dr. Van den Toren volgt prof. dr. Kees van der Kooi op, die van 2003 tot en met 2007 deze (deeltijd)functie aan de VU bekleedde.Benno van den Toren (1966) groeide op in de Hervormde Kerk (Gereformeerde Bond) en studeerde aan de universiteiten van Utrecht, Oxford en Kampen. In 1997 werd hij uitgezonden door de Hervormde Kerk als docent systematische theologie te Bangui (Afrika). Sinds 2005 werkt hij als docent systematische theologie aan de universiteit van Oxford en als decaan aan Wycliffe Hall, predikantsopleiding van de Anglicaanse Kerk en onderdeel van de universiteit. Als docent dogmatiek neemt hij de plaats in van dr. Alister McGrath, die nu in Londen doceert.
Dr. Van den Toren kent van huis uit de fricties tussen verschillende kerkelijke tradities: de pentecostals en de baptisten in Afrika, tussen hoogkerkelijken en laagkerkelijken in de Anglicaanse Kerk, tussen protestantse orthodoxie en de evangelisch/charismatische beweging in Nederland. Het is de bedoeling dat hij zijn ervaring in de wereldkerk inbrengt in zijn nieuwe functie.
De nieuwe VU-hoogleraar beschouwt zichzelf vooral als een apologeet. Zijn nieuwste boek, ”A Pocket Guide to Christian Belief”, is een inleiding in het christelijk geloof, geschreven voor een niet-christelijk publiek.
Kerkverlating
Engeland kent evenals Nederland een golf van secularisatie en kerkverlating. Toch zijn er verschillen, aldus Van den Toren. „De situatie van Nederland in Europa is vrij uniek. Het kent enerzijds een relatief hoge kerkelijkheid, anderzijds wenst meer dan de helft van de bevolking niet bij een kerk te behoren. In Engeland noemen zich veel meer mensen christelijk en speelt de Anglicaanse Kerk een grotere rol in de samenleving dan de Protestantse Kerk in Nederland.
De kerkverlating is in Nederland relatief laat ingezet, bij Engeland is dat proces al veel langer bezig en is de paniek daarover niet zo groot als in Nederland. Verder is het opvallend dat in de voorsteden van Engeland een toename van het kerkbezoek is. In mijn predikantsopleiding is een grote groep oudere studenten die later tot geloof zijn gekomen en nu predikant willen worden.”
Van den Toren bespeurt in het huidige atheïsmedebat een grotere durf van christenapologeten om voor hun geloof op te komen. „Christenen reageren vaak te defensief en te negatief. Zij vergeten dat zij als christenen een goed verhaal hebben te vertellen. De rede is een van God gegeven instrument, niet alleen om de werkelijkheid buiten de mens maar ook de Christus van de Bijbel uiteen te zetten. Apologetiek is niet gebaat bij het verdedigen van een algemeen Godsbegrip, waartegen Karl Barth zich terecht verzette, maar moet gericht zijn op de drie-enige God van de Bijbel.”
Van den Toren ziet de charismatische en de pinksterbeweging als een uitdaging voor de wereldkerk. „We spreken hier over het snelst groeiende aandeel in de wereldkerk, zo’n 400 miljoen gelovigen.” Vanuit het Nieuwe Testament ziet Van den Toren twee belangrijke waarheidsmomenten in de huidige ”charismatische golf”: „De opstanding van Jezus Christus en de gave van de Geest als twee tekenen dat het Koninkrijk van God onder ons is. Beide zaken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.”
De nieuwe hoogleraar is hoopvol gestemd over het debat tussen reformatorischen en charismatischen. „Er is meer begrip voor elkaar gekomen. In reformatorische kring groeit de aandacht voor ziekenzalving en de dienst der genezing. Men ziet het werk van de Geest niet alleen beperkt tot de bekering, maar heeft ook oog voor de rol van de Geest in de nieuwe schepping. Omgekeerd hebben leidinggevende figuren van de pinksterbeweging afstand genomen van de doop met de Heilige Geest als een aparte gave, ná de bekering.
Men keert zich tegen de gedachte dat een christen wel wedergeboren kan zijn maar nog niet de gave van de Geest heeft of kent. Tegelijkertijd houdt men wel vast dat de wedergeboorte als een cadeau is, dat je verder moet uitpakken. Het is ook nodig te zoeken naar de vervulling met de Geest.”
Het kenmerk van de charismatische beweging is dat zij gericht is op vernieuwing. „In Europa sluit deze beweging aan bij de behoefte aan religieuze ervaring, het gevoel van de aanwezigheid van God in het leven. In Afrika heb ik van dichtbij gezien hoe het leven van mensen bepaald wordt door de kracht van de Geest, waarvoor de klassieke protestantse en evangelische theologie minder plek had.”
Uitwassen
Tegelijkertijd heeft Van den Toren zorgen over uitwassen binnen de charismatische beweging. „De Bijbel leert dat de Geest de Heer is. Het gaat er niet om dat wij de Geest beheersen, maar dat de Geest óns beheerst. Tegelijkertijd is het zo dat áls de Geest in levens van mensen komt, er ook wat gebeurt. De Geest werkt altijd anders dan we gewend zijn. Dat gebeurde al in het Nieuwe Testament toen de eerste gelovigen uit de Joden moeite hadden met de uitstorting van de Geest onder de heidenen.
De Geest lijkt de kerk altijd een stap voor te zijn, ontdekt nieuwe dingen en laat zien hoe gevarieerd Zijn werk is. We belijden zeker de eenheid van Geest, maar het werk is vaak anders dan we gewend zijn. Daarom mogen we wel zorg hebben over bepaalde elementen binnen de charismatische beweging, maar het is te gemakkelijk om het steeds maar onderuit te halen. Laten we open staan voor de nieuwe dingen die de Geest onder ons doet.”